KNMI: Zachte winters zoals 2019/2020 worden heel normaal
Nu de meteorologische winter achter de rug is, maakt het KNMI de balans op. Het koudegetal (de som van alle daggemiddelde temperaturen onder nul in De Bilt zonder minteken) bleef op 0,1 steken, dat was net geen record. De wintergemiddelde (december-februari) temperatuur komt gezien de weersverwachting waarschijnlijk uit op 6,4 graden tegen 3,4 graden normaal. Daarmee had deze winter de op één na hoogste temperatuur sinds 1707, net na de winter van 2007, toen het gemiddeld 6,6 graden werd. Ter vergelijking: voor 1900 was de hoogste waarde 5,3 graden, gemeten in 1737 en 1796.
Laagste temperatuur was -5,4 graden
Op 21 januari werd het in Maastricht -5,4 graden. Dat was de laagste temperatuur van deze winter. De afgelopen winter was vooral nat, met name in februari. Die maand viel gemiddeld over het land 124 millimeter neerslag, tegen een langjarig gemiddelde van 55 millimeter. Hiermee staat de maand op een derde plaats in de lijst natste februarimaanden. Het natst werd het in het midden van het land, het droogst was het in het zuidoosten.
Een statistische analyse van de datareeks vanaf 1901 toont volgens het KNMI aan dat de kans op zo’n milde winter nu ongeveer eens per zes jaar is. Rond het jaar 1900 was zo'n hoge waarde vrijwel onmogelijk. Alleen de winters in de periode 1900 tot 1920 waren opvallend zacht ten opzichte van de jaren erna. Dit was waarschijnlijk een gevolg van het feit dat in die periode meerdere grote vulkanen in de tropen zijn uitgebarsten.
Broeikasgassen
De afgelopen tientallen jaren hebben broeikasgassen geleid tot een opwarming van de aarde. In Europa is dat volgens het weerinstituut gepaard gegaan met een toename van de westenwinden en een afname van blokkades die voor noordoostenwind zorgen. Hierdoor is de wintertemperatuur meer toegenomen dan de wereldgemiddelde temperatuur. De huidige winter past goed in dat patroon, stelt het KNMI: „Zolang de opwarming van de aarde doorgaat, krijgen we dus steeds meer van dit soort winters.”