
Conservering van sorghum heeft invloed op korrelhardheid

Bij het hakselen van mais dient de korrel 4 keer geraakt te worden om het zetmeel voldoende beschikbaar te maken voor de koe. Door de grootte van de korrel is dit bij sorghum lastiger. Tijdens het onderzoek zijn 4 sorghumrassen beproefd en één maisras ter controle. “Ik heb op verschillende momenten tijdens de afrijping sorghum en maisplanten uit het veld gehaald.” geeft Ilse aan. “Deze heb ik door een kleine hakselaar gedaan en de hardheid van de korrel gemeten. Hierna heb ik het inkuilproces nagebootst door het 6 weken in vacuümzakken te bewaren”. Op deze monsters zijn analyses toegepast. Hieruit bleek dat er een goed conserveringsproces heeft plaatsgevonden, vergelijkbaar met een praktijkkuil.
Na het conserveringsproces is wederom de hardheid van de korrels gemeten. Hieruit bleek dat bij de meeste sorghum rassen de korrels zachter werden door het inkuilen. Interessant was het om te zien dat er wel verschillen tussen rassen aangetoond werden. “De hardheid van de maiskorrel kon ik vóór het inkuilen niet meten omdat deze té hard was. Na inkuilen ging dit wel maar bleek de hardheid een stuk hoger te zijn dan bij de sorghum” aldus Ilse.
Ruwvoerspecialist Roy Kuenen vult aan, “In de praktijk zien we dat de sorghumkorrel vóór conservering wat lastig kapot te knijpen is, maar bij het uitkuilen kan deze eenvoudig worden ingedrukt”. Doordat de sorghumkorrel inweekt in de kuil vermindert de bestendigheid. Het advies is daarom ook om sorghum in te kuilen bij een drogestofpercentage van 28%-32% als de middelste korrels in de pluim deegrijp zijn.
Tijdens dit uitgebreide onderzoek zijn verschillende interessante resultaten waargenomen. Deze zullen de komende periode gedeeld worden.
Kijk voor meer informatie over sorghum op www.dsv-zaden.nl