Wijzigingen mestbeleid 2020 op een rij
De fosfaatgebruiksnorm voor grond met de fosfaattoestand hoog gaat in 2020 omlaag. Op grasland mag 75 kilogram fosfaat gebruikt worden en op bouwland 40 kilogram.
Fosfaatplaatsingsruimte
Vanaf 2020 wordt de fosfaattoestand van de grond verdeeld over 5 klassen in plaats van 4. De oude fosfaatklasse ‘neutraal’ bestaat nu uit de klasse ‘ruim’ en ‘neutraal’. Ook zijn de plaatsingsnormen aangepast. De aanpassingen van de fosfaatgebruiksnormen kunnen tot gevolg hebben dat de fosfaatruimte verandert. Vooral bij bouwland in de fosfaatklasse ‘hoog’ zijn de nieuwe normen nadelig. Grond van bedrijven die geen grondmonsters hebben laten steken, valt automatisch in de klasse ‘hoog’.
Wanneer de fosfaattoestand van de grond onbekend is en er dus gerekend moet worden met klasse ‘hoog’, daalt de fosfaatplaatsingsruimte flink. Bij een lagere fosfaattoestand stijgt de plaatsingsruimte juist fors. Op de website van RVO is een tabel te vinden met de nieuwe fosfaatnormen.
Geen wijziging excretienormen
Het was de bedoeling dat de stikstof- en fosfaatnormen voor melkvee bij laagproductieve koeien naar beneden bijgesteld zouden worden en bij hoogproductieve koeien omhoog. Ook zou de categorie jongvee ouder dan 1 jaar opgesplitst worden naar jongvee van 1 tot 2 jaar en jongvee ouder dan 2 jaar. Een koe zou pas in categorie 120 vallen als deze minimaal 12 maanden geen kalf voor de melkveehouderij heeft gekregen en niet meer wordt gemolken.
Al deze wijzigingen gaan niet door. Dat komt omdat het aantal fosfaatrechten in de markt niet onder het fosfaatplafond van de melkveehouderij zit. Dat was de voorwaarde van minister Schouten om de excretiewijzigingen door te kunnen voeren. Ook worden de voorgestelde wijzigingen voor zelfzuivelaars en biologisch melkvee voorlopig uitgesteld. Als het gaat om melkvee verandert er op dit moment dus niets ten opzichte van 2019. Ook bij vleesvee verandert er op dit moment niets.
Equivalente maatregelen
Bij gronden in de fosfaatklassen ‘laag’ en ‘neutraal’ konden veehouders bij hoge gewasopbrengsten onder voorwaarden extra fosfaatruimte gebruiken. Deze equivalente maatregelen fosfaat zijn overbodig geworden. Dat komt door de verfijning van de fosfaatklassen en de hogere fosfaatgebruiksnormen voor de fosfaattoestanden neutraal en laag.
De equivalente maatregelen stikstof blijven nog wel bestaan. Boeren die de afgelopen 3 jaar hogere gewasopbrengsten hadden, of rijenbemesting in maïs toepassen op zand- en lössgrond, mogen extra stikstof gebruiken met de zogenaamde equivalente maatregelen. Aanmelden hiervoor kan van 1 februari tot en met 1 juni.
Extra fosfaat bij organische stofrijke mest
Er is een nieuwe uitzondering om meer fosfaat te mogen gebruiken. Als de fosfaattoestand van de grond hoog is, mag 5 kilogram fosfaat per hectare extra worden uitgereden. Dit kan alleen als mest wordt gebruikt die zorgt voor meer organische stof in de grond. Er moet minimaal 20 kilogram fosfaat per hectare worden gebruikt van strorijke vaste mest van rundvee, schapen, geiten of paarden, de dikke fractie van mest van rundvee, champost, gft-compost of groencompost. Een biologisch bedrijf mag 10 kilogram fosfaat per hectare extra uitrijden. Telers die extra fosfaat gebruiken moeten uiterlijk 31 december hebben gemeld op welke percelen zij dat hebben gedaan.
Andere wijzigingen
Voor pacht- of huurcontracten van natuurgronden die na 1 januari 2020 worden afgesloten of verlengd, moeten veehouders beschrijven hoeveel kilogram stikstof en fosfaat er gebruikt mag worden. Het is bijvoorbeeld niet meer genoeg om alleen de hoeveelheid mest te beschrijven.
Op gras- en bouwland die als ‘overige grond’ in gebruik is, mocht 80 kg fosfaat per hectare gebruikt worden. Voor grasland wordt dit 90 kg en voor bouwland 60 kg. Deze normen gelden alleen voor mest op overige grond. Grasland op overige grond is bijvoorbeeld grond met hobbydieren. Bij bouwland kan het bijvoorbeeld gaan over volkstuinen.