Aardappeleiwit, super eiwit
Dit bestendige eiwit is niet alleen zeer goed verteerbaar, maar heeft ook nog eens een heel mooi aminozuurpatroon wat goed overeenkomt met het microbiële eiwit dat een koe zelf aanmaakt, maar ook goed aansluit bij het aminozuurpatroon van melkeiwit. Een koe kan alleen iets met aminozuren als deze pens- bestendig zijn. Door het hoge aandeel bestendig eiwit, komt een hoog aandeel aminozuren uit aardappeleiwit op darmniveau beschikbaar.
Van de veevoedergrondstoffen zoals ook van aardappeleiwit is het aminozuurpatroon bepaald. Bij ruwvoeders wordt het berekend. Dat is dus eigenlijk een soort schatting en geen werkelijke bepaling, omdat dat op dit moment nog te duur is. Verder hanteren we in Nederland vrij lage behoefte normen voor Methionine en Lysine. Er wordt vaak van uit gegaan dat deze twee aminozuren het eerst limiterend zijn, maar er gaan ook stemmen op die in de richting van Histidine wijzen als eerst- limiterend. Bij aminozuren is het zo, dat de laagste in het rantsoen, de benutbaarheid van alle andere aminozuren bepaald.
Omdat we niet zeker weten welk aminozuur de laagste is in een rantsoen, is aardappel eiwit een heel mooi product om bij te voeren, omdat daarmee 19 verschillende aminozuren worden verstrekt. Door de samenstelling van deze aminozuren en de goede benutbaarheid, kan een koe dit heel goed inbouwen in het melkeiwit en gebruiken in andere lichaamsfuncties waarbij aminozuren nodig zijn.
Extra aminozuren voeren heeft in het begin van de lactatie een positief effect op de productie en voeropname. Verder in de lactatie heeft het een positief effect op het melkeiwit.
Voor eiwitaanvulling in de droogstand is aardappeleiwit tevens een mooi product, omdat vlak voor afkalven deze koeien vaak in een negatieve energiebalans komen en bepaalde aminozuren uit dit eiwit kunnen aanwenden als glucosebron. Een goede aminozuursamenstelling van het eiwit in de droogstand is positief voor het opstarten van de productie na afkalven. Verder zijn kalveren uit koeien die de juiste aminozuren gevoerd kregen, vitaler en groeien harder.
Ook voor de groei van kalveren is een juiste aminozuursamenstelling belangrijk. Methionine, cystine en cysteïne zijn zwavelhoudende aminozuren. Ze zijn een hoofdbestanddeel van bot, pezen en spieren (steunweefsel). Verder komt het voor in huid, haren en wol (beschermweefsel).
Zwavelhoudende aminozuren zijn daarom zeer belangrijk tijdens de jongvee opfok, vooral na de melk periode. Kalveren kunnen maar een beperkte hoeveelheid droge stof opnemen. Met een hoogwaardig product als aardappeleiwit kan deze beperkende factor weg genomen worden.
Aardappeleiwit is een Europees product en Non GMO. Niet goedkoop maar wel heel goed eiwit
Voerderwaarde per kg product: Vem 1136, DVE 467, OEB 254, RE 795.