Volledige inzage in stikstof emissiedata RIVM niet voor Eerste Kamer debat
Beide stichtingen hadden een kort geding aangespannen om de besluitvorming in de Eerste Kamer te kunnen beinvloeden als er volgende week dinsdag of woensdag wordt gestemd over de Spoedwet Aanpak Stikstof. Volgens de stichtingen is het rekenmodel op locaal niveau onvoldoende nauwkeurig omdat emissiedata van de industrie niet duidelijk in beeld zijn. Dat is wel noodzakelijk omdat er grote consequenties aan verbonden kunnen zijn op welke afstand veehouderijen zich van natuurgebieden bevinden. Ook bij het zogenaamde externe salderen kan het een grote rol gaan spelen.
Vertraging vanwege privacy wetgeving
RIVM kan de gewenste duidelijkheid over de emissiedata van de Nederlandse industrie pas begin januari 2020 verstrekken. Privacy regels en concurrentiegevoelige informatie vertragen het leveren van alle industriele emissiedata op locaal niveau, alhoewel het overgrote deel wel wordt gepubliceerd op emissieregistratie.nl, volgens het RIVM. Maandag aanstaande doet de Haagse rechtbank uitspraak in het kort geding en zal blijken of het RIVM die tijd gegund wordt. Stichting Mesdag voorzitter Jan Cees Vogelaar gaat er vanuit dat er best sneller duidelijkheid gegeven had kunnen worden. 'Een kwestie van een telefoontje van de directeur met een Haags ministerie. De lijntjes zijn kort. Dat bleek wel toen de RIVM directeur tijdens het boerenprotest in Bilthoven begin oktober een telefoontje kreeg van Den Haag om niet opnieuw op het podium te verschijnen.'
Aerius calculator ongeschikt
Het wordt volgens de stichtingen steeds duidelijker dat de update van het zogenaamde Aerius model, waarmee minister Schouten in september een eerste aanzet gaf tot hernieuwde vergunningverlening, niet geschikt is om locaal verguningenbeleid mee te voeren. Al eerder is vast komen te staan dat het model op locaal niveau een grote onnauwkeurigheid kan hebben, beaamt het RIVM. Nu wordt ook duidelijk dat nauwkeurige stikstofuitstootcijfers van de industrie en andere bedrijvigheid dan de veehouderij op locaal niveau ontbreken. Niet agrarische bedrijven met een uitstoot van minder dan 10.000 kilo stikstofoxiden zijn vrijgesteld van het aanleveren van data. Op basis van schattingen afgeleid van het energieverbruik gaat het RIVM ervan uit dat deze categorie kleine bedrijven, maar vele duizenden in getal, verantwoordelijk zijn voor niet meer dan 13 procent van de totale stikstofoxiden door de industrie. De stichtingen vragen zich af waarom wel van alle veehouderijen nauwkeurige emissiedata worden geregistreerd op locaal niveau en van andere bedrijvigheid niet.
Ammoniak versus stikstofoxiden
In de dagvaarding van de stichtingen was ook een paragraaf opgenomen over het grote verschil in neerslag (depositie) op natuurgebieden tussen ammoniak uit de veehouderij en stikstofoxiden, afkomstig van verkeer en industrie. Dit kwam echter niet niet meer aan de orde tijdens het kort geding. Volgens de stichtingen wordt er met een veel te groot verschil gerekend tussen ammoniak en stikstofoxiden. Het RIVM verklaart dit verschil uit het feit dat ammoniak snel in wateroplosbaar is, in tegenstelling tot stikstofoxiden.
Gesprekken niet effectief
Uit de gesprekken tijdens het kort geding werd duidelijk dat het RIVM en de stichtingen weliswaar goed met elkaar door één deur kunnen, maar dat de gevraagde informatie steeds stukje bij beetje loskomt. Terwijl het RIVM, onderstreept door het ministerie van LNV, zegt maximale medewerking en transparantie te willen geven. Onderbezetting vanwege het enorm grote aantal vragen die het instituut vanwege de stikstofcrisis te verwerken krijgt, niet alleen vanuit de veehouderij, veroorzaakt zeer grote werkdruk.
Beeld: Pixabay