Tot 40 procent ammoniakreductie mogelijk bij gebruik ‘dierlijke kunstmest’
Dat blijkt uit het ‘Safemanure’-onderzoek van het Europese Joint Research Centre (JRC) in opdracht van DG Environment, het voor milieu verantwoordelijke directoraat-generaal van de Europese Commissie.
Eindproducten gerecyclede mest goed bruikbaar
De studie geeft criteria, waaraan uit mest gerecyclede meststoffen als ammoniumzouten en mineralenconcentraten moeten voldoen om boven de 170 kilogram dierlijke stikstof per hectare per jaar toegepast te kunnen worden. Het onderzoek toont aan dat onder andere ammoniumzouten uit ‘stripping-scrubbinginstallaties’ en mineralenconcentraten uit omgekeerde osmose veel potentieel hebben om in de toekomst als kunstmestvervangers erkend te worden. Uit de studie blijkt dat de milieueffecten of risico’s voor de volksgezondheid verwaarloosbaar zijn bij het gebruik van de uit mest gerecyclede stikstofmeststoffen, die in het rapport ‘Renure’ worden genoemd, als aan de gestelde criteria wordt voldaan. De onderzoekers stellen dat het gebruik van de gerecyclede meststoffen kansen biedt voor het beter sluiten van kringlopen en voor het efficiënter gebruik van grond- en hulpstoffen in de Europese voedselketen.
Regelgeving moet soepeler
Vandaag de dag zijn de technieken voor het omzetten van dierlijke mest in kunstmest om twee redenen nog niet breed toepasbaar. Ten eerste zijn de technieken voor de nutriëntenrecuperatie relatief duur. Verder onderzoek is nodig om deze technieken betaalbaar te maken. Ten tweede worden de producten uit ‘nutriëntenrecuperatie’ nog niet erkend als kunstmest volgens de Europese Nitraatrichtlijn.
Het Safemanure-project toont aan dat er wel degelijk producten zijn, die potentie hebben om in de toekomst een ‘end-of-manure’-statuut te verkrijgen, wat volgens het rapport van groot belang is voor de volgende stap naar kringlooplandbouw. Dit wordt bevestigd door Danone en FrieslandCampina. Zij roepen beleidsmakers op om zo spoedig mogelijk tot actie over te gaan om de ontwikkeling en implementatie van dergelijke technieken verder te versnellen. Dat zou ook de financiële rentabiliteit van het jumpstart-project – zeker voor bedrijven kleiner van 175 melkkoeien – ten goede komen, aldus FrieslandCampina. „Met de toelating van het Jumpstart-mineralenconcentraat als kunstmestvervanger zou er een extra verdienmodel bij komen”, aldus Ynte de Vries van FrieslandCampina. „Met Jumpstart genereert de veehouder dan extra inkomsten, terwijl hij tegelijkertijd zijn boerderij toekomstbestendig maakt.”
Tekst: Geert van den Biggelaar
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in Noord-Brabant. Studeerde veehouderij aan de HAS in ’s-Hertogenbosch vervolgens dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit. Sinds 2016 parttime melkveehouder en parttime redacteur bij Agrio. Verantwoordelijk voor melkvee-gerelateerde onderwerpen in vakblad Melkvee, website Melkvee.nl en de regiobladen.
Tekst: FrieslandCampina
Beeld: Agrio archief
Bron: FrieslandCampina