DDB uit forse kritiek op FrieslandCampina
Er is inmiddels al een groep Bezorgde Friesland Campina Boeren opgericht. Die eist onder meer dat het nieuwe melkgeldreglement voor 2020 wordt ingetrokken. FrieslandCampina moet zich weer focussen op het verwaarden van melk en er moet inzicht komen in de kostenstructuur van de coöperatie. Ook moet het stemrecht weer terug naar de leden, aldus de groep.
Ratings verlaagd
Volgens de DDB gaat het financieel niet zo goed als voorzitter Frans Keurentjes beweert. Die stelde eerder dit jaar in de Leeuwarder Courant dat de onderneming in rap tempo uit het dal krabbelt. Maar ratingbureau Standard & Poor's (S&P) heeft begin dit jaar de waardering van de kredietwaardigheid van het bedrijf verlaagd van BBB+/A-2 naar BBB/A-2, terwijl FrieslandCampina op haar site meldt dat de rating gelijk is gebleven, stelt de DDB.
Deze degradatie wordt door S&P toegeschreven aan zwakke bedrijfsprestaties en negatieve vooruitzichten. De verkoopvolumes zijn teleurstellend. Ook ratingkantoor Fitch is in haar septemberrapport somber over prestaties van FrieslandCampina in de komende twee jaar. De onderneming kampt met flinke concurrentie op belangrijk markten (onder meer China), aanvoerproblemen en volatiele melkprijzen. Fitch stelt dat FrieslandCampina nog niet heeft bewezen dat ze deze problemen adequaat het hoofd kan bieden.
Beide ratingkantoren constateren onafhankelijk van elkaar dat RFC niet naar verwachting presteert, aldus de DDB. Daar worden allerhande redenen voor genoemd door RFC, dat ook suggesties voor verbetering aandraagt. Overmatige melkaanvoer wordt als reden genoemd voor de achterblijvende prestaties, wat 100 miljoen zou euro hebben gekost. Een prijzenoorlog op de Chinese babymelkpoedermarkt zou nog eens 60 miljoen euro hebben gekost. Het bedrijfsresultaat daalde in 2018 met meer dan 20 procent.
Coöperatiestructuur
Maar ook het specifieke van de coöperatieve structuur wordt door de ratingkantoren benoemd: de mogelijkheid voor RFC om de prestatietoeslag aan de leden te verlagen. Dat wordt dan ook als een belangrijke voorwaarde genoemd om de cashflow-beschermende werking te behouden. Dat de uitbetaalde prestatietoeslag desondanks afwijkt van de verwachting, wijt Fitch aan 'de neiging van boeren om de obligaties-vrij, te verzilveren wanneer zij liquide middelen nodig hebben'. Hetgeen in 2018 gebeurde, aldus de DDB.
Of de hoge melkprijs dus werkelijk een reden is voor de slechte prestaties, betwijfelt de boerenorganisatie. Evenals de overmatige melkaanvoer: in 2018 was er minder aanvoer, aldus de DDB. 'RFC had daar echter wel op gerekend. Daarom was er een mooi nieuw fabrieksquotum bedacht voor groeiers, wat het nieuwe verdienmodel had moeten worden. Maar ook die verwachting klopte niet. Waardoor men nu het melkgeldreglement wil aanpassen om minder melkgeld uit te keren', stelt voorzitster Sieta van Keimpema in het persbericht.
Oneerlijke handelspraktijken
Tegelijkertijd worden er wel allerlei extra maatschappeljike duurzaamheidseisen en voorwaarden neergelegd bij de leden, die volgens de DDB geen meetbare invloed hebben op het beter verwaarden van melk. 'Wel dreigt de coöperatie met melkweigering of korting op de melkprijs als leden niet aan de eisen willen voldoen.' Dit zijn volgens de organisatie oneerlijke handelspraktijken.
De DDB hekelt ook het afschaffen van het ledenstemrecht. 'Nu kan het bestuur samen met de ledenraad besluiten nemen, waar de leden op geen enkele wijze invloed op kunnen uitoefenen. '
'Het RFC bestuur kiest er voor te negeren: de ratings, de resultaten, de roep van de leden. En breekt zo alles af. Het bestuur verschanst zich ongenaakbaar op de Amersfoortse apenrots. En om dit te doorbreken, zijn drastische maatregelen nodig. Waarvoor de eerste stap is gezet', aldus de voorzitster, refererend naar de bezetting van het kantoor van RFC op 24 oktober.