GD: ook op twee en derde dag biest
Maar dat wil niet zeggen dat het verstrekken van biest op de tweede en derde dag niet belangrijk is. Deze biest bevat nog steeds meer voedingsstoffen en afweerstoffen dan gewone koemelk of kunstmelk. Ook al is het kalf niet meer in staat nog volop antistoffen uit de biest op te nemen, wat de eerste zes uur na geboorte wel het geval is.
Diarree enting
Afweerstoffen werken op lokaal niveau in de darm onder meer tegen rota en corona virus-infecties, twee belangrijke oorzaken van diarree bij de jongste kalveren. Zeker als koeien geënt worden tegen deze diarreeveroorzakers, is het aan te bevelen om de kalveren op de tweede en derde levensdag biest te geven, die dezelfde dag op een hygiënische manier van de eigen moeder is verkregen.
Goed biestmanagement begint al in de droogstand. Een goed droogstandsrantsoen heeft voldoende mineralen, spoorelementen en vitaminen, en niet te veel energie. Een kalf heeft bij geboorte bijvoorbeeld nauwelijks vitamine E, daarvoor is het vooral afhankelijk van opname via de biest. Het vitamine E-gehalte van de biest wordt bepaald door het droogstandsrantsoen.
Tegenvallende biestproductie
Geregeld bellen veehouders GD met vragen over koeien die afkalven met te weinig uier en onvoldoende biestproductie voor het kalf. Afgelopen zomer bleek er een verband met te weinig drogestofopname door hittestress maar onvoldoende kwalitatief goede biest kan ook met kationen/anionen onbalans en onvoldoende vitamine D in het rantsoen te maken hebben. Uiteraard speelt een te ruime conditie en sluimerende melkziekte ook een rol bij te weinig drogestofopname. Ook kan de veebezetting aan het voerhek in de droogstand en de hoeveelheid en kwaliteit van het voer te weinig voeropname veroorzaken.