Fotoserie + video: Veel variatie bij dochtergroepen Hardenberg

Het best op de benen was wellicht de groep van Cogent Supershot (Supersire x Super) van KI Samen. Een groep die bestond uit over het algemeen functionele boerenkoeien, waarbij er toch duidelijk ook nog wel wat wisseling in de groep zat. De groep opende met een fraaie witte kopkoe en had in de derde koe een dier dat wat misstond. Ze was smal, terwijl de vijfde van de zes koeien juist erg rond was. Hetgeen overigens alleen maar positief is als ze wat betreft haar productie geen steken liet vallen en dat deed ze getuige haar hoge lactatiewaarde duidelijk niet.
In tegenstelling tot de voorgaande edities koos Semex ervoor om dit jaar vier dochters van één stier te presenteren, wat is te prijzen, omdat toeschouwers zich op deze manier een beeld van de verervingscapaciteiten van een stier kunnen vormen. De groep van de roodbonte Gen-I-Beq Attico Red (Sympatico x Baxter) bestond uit twee ranke vaarzen en twee tweedekalfskoeien (alleen op foto), waarbij de kopkoe (mv. Kian) duidelijk wat ronder was dan de andere drie. De jonge dieren leken het wel in zich te hebben om uit te zwaren tot volwassen koeien.
KI Kampen presenteerde zes dochters van Het Meer Sunny Dream (Sundance x Atwood), die bij de laatste indexdraai doorbrak als fokstier. Van de stier stonden er zes overwegend zwarte vaarzen op een rij. De groep opende met een vaars met een fraai zijaanzicht, waarmee de stier in staat lijkt showexterieur te vererven, wat niet vreemd is met Atwood als moedersvader. In het midden van de groep stonden fraaie geblokte vaarzen, dieren met een spiertje extra, terwijl de laatste twee dieren juist weer wat aan de tengere kant waren.
Van tengerheid was bij de tweede groep aan de linkerkant absoluut geen sprake. K&L toonde vier Procross-koeien, echte boerenkoeien met veel breedtematen en een ruime conditie. Koeien die in elke stal functioneren, waarbij de groep van achteren gezien van links naar rechts uit twee F1’s (Montbéliarde x Holstein), een F2 (Viking Red x Montbéliarde x Holstein) en een F3 (Holstein x Viking Red x Montbéliarde x Holstein) bestond. De laatste was een atypische dochter van Atlantic.
Net zoals er van de Procross-groep geen specifiek verervingsbeeld van een individuele stier kon worden gevormd, gold dat ook voor de ‘levende tijdlijn’ van WWS (alleen op video). De organisatie had ervoor gekozen om vier nakomelingen te presenteren van vier stieren die hoog scoren op de totaalindex Dairy Wellness Profit Index. Omdat de vier dieren fors verschilden in leeftijd, van een vijfdekalfskoe tot een pink, en ze bovendien alle vier een andere vader hadden, was er geen eenheid. De oudste koe was een fraaie en degelijke witte koe en de koe ernaast bezat getuige haar zijaanzicht de nodige showallure. Maar dat kon niet verhullen dat een achterbeen wat opgezwollen was en de vaars niet wist te imponeren. Het lijkt verstandig om volgend jaar ‘gewoon weer' een dochtergroep te zetten.
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Bram Teeuwsen, Carina Wijnands