‘Op veel ondergezaaide maïspercelen een onkruidbende’
Dit is de conclusie tijdens een veldbijeenkomst in Enter, georganiseerd door BASF. De bestrijdingsmiddelenfabrikant toonde aan enkele tientallen teeltadviseurs van verschillende bedrijven haar demoveld in Enter. De bijeenkomst was speciaal georganiseerd om aan te tonen hoe onkruidbestrijdingsmiddelen zich verhouden met de onderzaai van het vanggewas in maïs. De teeltadviseurs gaven aan dat zij behoefte hebben aan meer ondersteuning bij de advisering over onkruidbestrijding bij onderzaai.
Volgens Michiel Bosdijk, teeltspecialist van BASF, is het slagen van een vanggewas van veel factoren afhankelijk. In de praktijk wordt het vanggewas een aantal weken na de opkomst van de mais ondergezaaid. „Het is bij deze methode een grote uitdaging om behalve een geslaagd vanggewas ook een goede onkruidbestrijding te realiseren.”
Proeven
BASF nam de proef op de som met haar eigen onkruidbestrijdingsmiddelen. Op meerdere locaties legde de fabrikant demoproeven aan. In deze demo zijn verschillende onkruidbestrijdingsstrategieën uitgevoerd in combinatie met de vanggewassen rietzwenkgras, Italiaans raaigras, winterrogge en bladkool. Naast de doelmatigheid van de onkruidbestrijding, wordt ook de gewasveiligheid van de middelen op de verschillende vanggewassen onderzocht. Uit de proeven blijkt dat het vanggewas bij de juiste bestrijdingsmiddelen er minstens zo goed bijstaan dan bij onbehandelde velden, terwijl de onkruiddruk een stuk lager is.
Bosdijk stelt dat een lagere dosering niet is aan te raden. „In 2018 bleek al dat een te lage dosering bodemherbiciden kunnen leiden tot forse problemen met breedbladige onkruiden en lastige grassen waaronder gladvingergras.” Ook de aanwezige teeltadviseurs beamen dit. Zij zien dat het op veel ondergezaaide percelen een ‘onkruidbende’ is.
De proef in Enter is een voorlopige tussenstand. Hoe het vanggewas zich in de verschillende omstandigheden uiteindelijk ontwikkelt, zal dit najaar blijken.
Discussie over nut vanggewas
De aanwezige teeltspecialisten bleven kritisch op de toepassing van onderzaai. „Er zijn te veel oncontroleerbare factoren.” Daarbij worden de hoeveelheid neerslag en zonlicht genoemd die nodig zijn voor de kieming van het vanggewas. Door de droogte zijn dit jaar op diverse locaties de vanggewassen mislukt. „Je kunt je afvragen of een vanggewas wezenlijk meer bijdraagt aan de stikstofvastlegging dan een vanggewas dat na de oogst wordt gezaaid”, zo luidde het oordeel.