- Update - Geen gedwongen stop, maar krimp door 30 procent afroming ammoniakruimte
- update bericht -
In dit bericht werd gesteld dat er een 30 procent afroming plaatsvindt van dierrechten. Verschillende personen hebben inmiddels contact met de redactie opgenomen en onderling ook overlegd hoe de tekst van de Tweede Kamer brief moet worden geïnterpeteerd. Het gaat nadrukkelijk niet om een generieke afroming van de huidige rechten, die elke veehouder heeft, maar de 'ammoniakrechten/ruimte' bij externe saldering (verkoop van rechten). Of zoals Theo Snetselaar in onderstaande reactie meldt:
'...Alleen bij externe verkoop van ammoniak/stikstof wordt daarvan 30% afgeroomd en ontvangt koper dus 70% netto. Op moment dat de ammoniak verkocht wordt aan derden worden de in bezit zijnde dierrechten op 4 oktober ook doorgehaald. Dus de prijs van ammoniak moet wel erg hoog zijn, want de verkoper wil de dierrechten ook gecompenseerd hebben. Voor het overige blijven fosfaatrechten, varkensrechten, pluimveerechten gewoon vrij verhandelbaar zonder enige korting...'
De tekst van de Tweede Kamerbrief is echter niet heel specifiek, omdat de minister schrijft over externe saldering (dier- en fosfaatrechten) en bijna in dezelfde adem als afroming, waardoor een exacte interpretatie lastig blijkt. Vlak voor het weekend was bovendien niemand van LNV te bereiken voor een duidelijke uitleg. In overleg met anderen is de onderstaande tekst en titel aangepast en 'dierrechten' vervangen door 'vergunde ammoniakrechten/ruimte bij verkoop'. Maandag wordt dit onderwerp verder opgepakt.
„Geen enkele sector wordt uitgesloten. Er is geen taboe”, vertelde minister, maar de maatregelen om de stikstofemissie te verminderen, lijken toch vooral de boeren te treffen. Geen enkel andere sector hoeft te krimpen, maar mag met technische oplossingen de stikstofemissie verlagen. Schouten beloofde afgelopen week tijdens het boerenprotest dat de veestapel niet gehalveerd zou worden en er geen generieke krimp komt. Ook wordt beleid omtrent de luchtvaart uitgesteld in afwachting van het advies van Remkes.
Tijdens de persconferentie over de stikstofcrisis in Nieuwpoort hield ze zich weliswaar aan het woord, maar verdere krimp van de veestapel is met de 30 procent generieke afroming een feit (afroming voor vergunde ammoniakrechten/ruimte bij externe saldering). Hoewel veehouders, die willen stoppen, dit op een puur vrijwillige basis mogen doen, worden wel alle dierrechten van deze stoppende boeren uit de landbouw gehaald. Dat zal al zorgen voor een krimp. Voor de varkenshouderij en via de regeling Warme Sanering Varkenshouderij zal dit ongeveer 10 procent zijn.
Maar de grootste ‘krimpklapper’ zal ongetwijfeld gegeneerd worden, doordat de afroming van de vergunde ammonaikrechten/ruimte bij verkoop 30 procent zal bedragen. Van elke 100 'ammoniakrechten/ruimte' mag de kopende partij 70 rechten behouden.
Uitgangsdatum 4 oktober
Naast opkoopregeling - tot nu toe alleen voor de varkenshouderij en veehouderijen die een ‘stikstofprobleem veroorzaken – zal het aantal rechten en daarmee ook het aantal dieren drastisch verminderen. Schouten meldde tijdens de persconferentie ook dat ze naar de rundveehouderij wil kijken voor een eventuele opkoopregeling. Uitgangsdatum voor de 30 procent afroming is 4 oktober; dit om te voorkomen dat veehouders direct vooruitlopen op de maatregel van afroming.
Verplaatsing veehouderijen
Veehouders hoeven dus niet onvrijwillig te stoppen; ook niet als ze dicht in de buurt van een Natura 2000 gebied liggen. Schouten. „We gaan de blijvende veehouders ondersteunen, zodat ze onder meer emissie reducerende technieken kunnen toepassen of als ze te midden van een Natura 2000 gebied zitten, helpen bij een eventuele verplaatsing.
Veehouders die willen stoppen, gaan we via een opkoopregeling uitkopen, maar we zullen eerst de veehouderijen opkopen met grootste uitstoot en die dicht bij een Natura 2000 gebied liggen.” De bedrijven moeten een goede compensatie krijgen, volgens de bewindsvrouw.
Het gaat volgens de minister vooral om gebiedsgerichte aanpak, omdat in niet alle gebieden een probleem is. De provincies hebben hier een stem in en invloed op. Schouten stelt hiervoor de Commissarissen van de Koning aan om het hele proces aan te jagen en te begeleiden. Ze hebben zes maanden de tijd om plannen en beleid uit te werken.
De financiering om de veehouderij te herstructureren, is voor een belangrijk gedeelte al gereserveerd; 180 miljoen voor de Warme Sanering Varkenshouderij, 100 miljoen voor bedrijven in de buurt van de Natura 2000 gebieden; 100 miljoen voor veenweidebedrijven en geld voor de stimuleringsregeling emissievrije stallen. Schouten: „We kijken wat dit oplevert. Minister Hoekstra beseft de urgentie als er meer geld nodig is, maar ook de provincies worden in dit proces betrokken. Samen met elkaar gaan we kijken wat er nodig is.”
‘Maatregelen weinig concreet’
De aanwezige journalisten op de persconferentie vonden dat de aangekondigde maatregelen weinig concreet waren. Zich niet realiserend dat de maatregelen wel degelijk een impact zullen hebben. Ze vroegen de minister daarom of zij onder dwang van het boerenprotest concessies had gedaan. De vraag werd ook gesteld of stoppen op vrijwillige basis wel voldoende effect zal sorteren. Als blijkt dat weinig veehouders stoppen, heeft de minister dan geen dwingende of dreigende maatregelen achter de hand, was een van de vragen?
De minister antwoordde dat het beleid op vrijwillige basis blijft en dat straks bekeken zal worden in hoeverre de stikstofemissie is gereduceerd. Met andere woorden: Als de reductie niet het gewenst resultaat behaalt, kan de landbouw ook in de toekomst voor een nog steviger reductiebeleid staan.
Drempelwaarden en bronmaatregelen
Niet elk bedrijf hoeft overigens een vergunning aan te vragen, mits het kan aantonen dat het minder dan 0,05 mol uitstoot. Wel zullen alle bedrijven met een lage uitstoot in kaart worden gebracht, want zoals Schouten zei: ‘Heel veel centen zorgen uiteindelijk ook voor veel geld.’ Er moeten daarom drempelwaarden komen die verlaagd kunnen worden met zogenaamde (bron)maatregelen.
Het kabinet gaat per direct aan de slag met de verkenning van een drempelwaarde voor projecten of activiteiten met kleine stikstofdeposities. Daartoe is het nodig om (bron)maatregelen uit te werken. Het kabinet komt voor het einde van het jaar met een uitgewerkt pakket op basis waarvan in het begin van het nieuwe jaar besluitvorming kan plaatsvinden.
Lees hier de Tweede Kamerbrief van de minister
Passage uit de brief aan de Tweede Kamer over de 30 procent afroming, die voor de nodige ophef en onduidelijkheid zorgt:
Extern salderen
Voorafgaand aan het weer verlenen van toestemmingbesluiten via extern salderen zullen samen met de provincies en gemeenten de condities worden vastgelegd waarbinnen extern salderen plaatsvindt. Hierbij wordt uitgegaan van de vergunde en feitelijk gerealiseerde capaciteit, inclusief een generiek afromingspercentage van 30%. Hierbij is het doel dat met dit afromingspercentage een feitelijke reductie van de stikstofdepositie plaatsvindt. Bestaande gebiedsprocessen vormen de basis voor de aanpak van extern salderen. Binnen deze gebiedsgerichte aanpak worden vraag en aanbod bij elkaar gebracht en wordt ondersteuning geboden vanuit het Rijk.
Om ongewenste effecten van externe saldering in de landbouw te voorkomen worden in deze sector aanvullende maatregelen genomen. Uitgangspunt is dat de dier- en fosfaatrechten van een veehouderijbedrijf die vrijwillig worden opgekocht via externe saldering worden ingenomen, zoals ook het geval is bij de regeling voor warme sanering varkenshouderij. Wanneer een (mede)overheid initiatiefnemer is bij extern salderen met een landbouwbedrijf of een landbouwbedrijf opkoopt als bronmaatregel geldt als voorwaarde dat dier- en/of fosfaatrechten worden ingenomen en doorgehaald. Vanwege de al langer lopende afspraken met betrekking tot de noodzaak van stikstofdaling kunnen deelnemers van de stoppersregeling, Actieplan Ammoniak en de warme sanering varkenshouderij geen gebruik maken van externe saldering. Het innemen van dier- en fosfaatrechten bij externe saldering tussen private partijen vereist een wetswijziging, waarvoor op zeer korte termijn een voorstel wordt ingediend. Om te voorkomen dat ondernemers in de landbouwsector vooruitlopend op het extern salderen hun rechten verkopen, zal hierbij worden uitgegaan van het aantal dier- en/of fosfaatrechten dat op 4 oktober 2019 op naam van het bedrijf bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geregistreerd staan. Het inwerkingtreden van deze wetgeving is conditioneel voor het mogelijk maken van extern salderen met landbouwbedrijven. Het Rijk zal in overleg met provincies bespreken hoe om te gaan met vrijkomende stallen.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: NOS
Bron: Ministerie van LNV