Column: Wij lossen het op
De laatste tijd staat er weer veel in de krant over de impact van de landbouw op milieu en maatschappij. Bij bijna ieder probleem wordt gesuggereerd dat dit veroorzaakt wordt door, of sterk gelieerd is aan de landbouw. Of het nu gaat over bosbranden in Brazilië, het vastlopen van de economie door de PAS-wetgeving (of het ontbreken daarvan), de opwarming van de aarde of de afname van de biodiversiteit; de boer krijgt de schuld. Maar is dat zo en wat is de werkelijkheid? De landbouw heeft de afgelopen decennia veel milieuwinst geboekt. Welke boer de schuld krijgt, is afhankelijk van degene die in de krant of op televisie mag. Tjeerd de Groot van D66 (ex NZO-directeur) geeft liever de varkens of de kippen de schuld, vegetariërs geven liever de veeteelt de schuld en ontwikkelingshulpverleners geven graag de grootschalige, kapitalistische landbouw de schuld.
Ondanks deze eenzijdige conclusies over oorzaak en gevolg denk ik toch dat we niet te veel in de verdediging moeten en laten zien wat de werkelijkheid is. De bevolking neemt toe, daarmee ook de voedselbehoefte en elk mens veroorzaakt milieuschade. Er is namelijk best wat te verbeteren in de landbouw en ik vind dat iedere sector zijn bijdrage kan leveren aan het verbeteren van onze wereld. Als de luchtvaart, de industrie, de bouw en het transport hun best doen, doen wij het ook.
We kunnen afspraken maken met de overheid over de dingen die wij oplossen want we hebben een oplossing! Zolang mensen accepteren dat we dieren houden voor voedselproductie hebben we verbeterpotentieel. Een paar voorbeelden uit de praktijk:
De kringloop van koolstof, fosfor en stikstof hebben we de laatste jaren uitgebreid onderzocht, en met resultaat: voeraanpassingen in combinatie met diverse gezondheids- en houderij-aspecten leiden tot een betere benutting van deze drie elementen. Daardoor zijn we in staat om het milieu minder te belasten (bijvoorbeeld minder fosfaat in de mest) en de koe efficiënter te voeren. Een win-win situatie dus.
Door bovenstaande aanpak zijn we ook beter in staat de mineralenkringloop van een rundveebedrijf in beeld te krijgen en te sturen. We geven de kringloopwijzer inhoud en kunnen af van forfaitaire normen. Zo hebben we bijvoorbeeld vastgesteld dat het fosfaatgehalte in melk hoger is en varieert. Gunstig voor de boer die moet aantonen dat het fosfaat niet in de mest zit. Gelukkig hebben de zuivelbedrijven dit nu overgenomen.
Door meten en delen van data kunnen we preciezer voeren. Daar is resultaat te halen voor de portemonnee van de boer en het milieu. Er zijn veel data beschikbaar: van de melkrobot, van de melkcontrole, van de voerfabriek en bijvoorbeeld door techniek in de stal zoals stappentellers en het gedrag van koeien middels de time Lapse camera’s. Zo kunnen we sturen op feiten in plaats van observaties. En met de data die we hebben ontstaat er ook de mogelijkheid om data beter te delen in de keten zodat samenwerking en transparantie verbeterd wordt.
Alle hierboven genoemde oplossingen zijn zeer realistisch of reeds een feit. Het is een kwestie van tijd om zaken verder aan te scherpen en uit te rollen. De markt doet zijn werk want hier is gewoon geld mee te verdienen. Daarom een oproep aan onze regering: geef ons de tijd en ruimte deze oplossingen te implementeren. Nu rigoureus ingrijpen in de veehouderij is asociaal en funest voor onze economie. En het ergste van allemaal: het geeft niet het gewenste resultaat! Dat zullen de boeren op 1 oktober ook wel duidelijk maken. Ik hoop op een massale en nette demonstratie. Succes allemaal.