Veehouderijsector blijft nu wél onder fosfaat- en stikstofplafond
Dat meldt minister Schouten in een Kamerbrief. Volgens de peiling van het tweede kwartaal produceerde de melkveehouderij op jaarbasis 75,7 miljoen kilo fosfaat, terwijl het plafond op 84,9 miljoen kilo ligt. De productie van stikstof ligt op basis van het tweede kwartaal op jaarbasis op 280,6 miljoen kilo. Dat ligt nog steeds vrij dicht tegen het plafond van 281,8 miljoen kilo aan, maar de productie is fors lager dan de raming van 288,1 miljoen kilo in het eerste kwartaal van 2019.
Alle deelsectoren in de veehouderij samen produceerden 159 miljoen kilo fosfaat bij een plafond van 172,9 miljoen kilo en 494 miljoen kilo stikstof bij een plafond van 504,4 miljoen kilo.
Voer bevat minder P en N
Het aantal melkkoeien bleef in het tweede kwartaal vrijwel gelijk aan het eerste kwartaal met 1.577.000 koeien in 2018 en 1.576.000 koeien in 2019. De reductie wordt behaald doordat het P- en N-gehalte van het mengvoer voor melkkoeien fors lager is dan in dezelfde periode in 2018.
Voor de nog onbekende samenstelling van graskuil, snijmaïskuil en vers gras in oogstjaar 2019 is uitgegaan van een gemiddelde P- en N-gehalte in de laatste drie jaren op basis van monsters van Eurofins Agro. Voor de gehaltes fosfaat en stikstof in de melk werd in de berekening het getal aangehouden, dat in 2018 gerealiseerd is.
Lees de volledige kamerbrief hier en de bijlage die daarbij hoort hier.