Drogestofgehalte drijfmest van 6 procent optimaal voor stikstofbenutting en portemonnee

Voor het mixen van de mest nemen ze een drogestofmonster, vervolgens wordt de hoeveelheid water die nodig is om te verdunnen tot 6 procent drogestof berekend, de juiste hoeveelheid water met een watermeter toegevoegd en grondig gemixed. Daarna controleren ze met een nieuw mestmonster of het juiste drogestofpercentage is bereikt. Tot nu toe gebeurt het provisorisch met een digitale keuken weegschaal en een hete lucht friteuse. Maar de voorkeur gaat uit naar een betaalbare professionele droge stofbepaler, die ook het stikstofgehalte kan meten.
Minder kunstmeststikstof
Veehouderij Koopman optimaliseert het drogestofpercentage van de drijfmest voor het uitrijden om de stikstofbenutting uit de mest te maximaliseren. Ze zijn dit jaar voor het eerst deelnemer aan de zogenaamde BES pilot, waardoor ze meer ruimte hebben om stikstof uit drijfmest op het eigen bedrijf te benutten. Tegelijkertijd beperkt deze BES pilot de hoeveelheid stikstof uit kunstmest die gestrooid mag worden. Dat is een extra stimulans om de stikstof uit drijfmest zo goed mogelijk te benutten. Bovendien kan de verdunde mest in tijden van droogte ook goed van pas komen.
Kostenbewaking
Veehouderij Koopman ervaart een drogestofpercentage van 6 procent als optimaal. Weliswaar blijkt uit onderzoek in het kader van de Proeftuin Veenweiden dat het percentage ammoniakreductie steeds verder stijgt naarmate er meer water wordt bijgemengd, maar aan dit water bijmengen zijn ook kosten verbonden. Bij een percentage van 6 procent vloeit de mest goed uit terwijl de kosten voor uitrijden niet onnodig stijgen, omdat er te veel vloeistof verpompt moet worden.