Levensduur verhogen? Selectie beperken!
Homogene mest, een uniform koppel en een stabiele pens-pH. Dat is het resultaat van een perfect gemengd rantsoen waarin koeien niet kunnen selecteren. Iets dat vakmanschap, discipline en aandacht van de melkveehouder vraagt. Dat is het werkterrein van Jonne Twerda, die zich na zijn carrière als dierenarts bij voerleverancier Agrifirm bezighoudt met het optimaliseren van gemengde rantsoenen bij melkveehouders. “Koeien die niet kunnen selecteren in het rantsoen gaan meer voer opnemen, zijn veel rustiger en staan minder. Dat is belangrijk voor een gezonde en weerbare koe.”
Stabiele pens-pH belangrijk voor diergezondheid
Na de voeropname daalt de pH van de pens in de koe (zie onderstaand figuur). De optimale pH ligt tussen de 6,0 en 6,6. Als de koe 24 uur per dag exact hetzelfde rantsoen op kan nemen, blijft de pH het meest stabiel. Een stabiele pens-pH is een belangrijke resultante van de unieke Agrifirm-aanpak. “pH-fluctuaties dragen bij aan het ontstaan van subacute pensverzuring. Diverse onderzoeken (onder andere Krause and Otzel, 2006; Plaizier et al., 2008; Radostits et al., 2007) geven aan dat SARA een grote impact heeft op de diergezondheid. Een wisselende voeropname, minder goede vertering van het rantsoen, lagere melkproductie, lager vetgehalte, schade aan het maagdarmkanaal, leverabcessen en kreupelheid zijn het gevolg. Alleen de kreupelheid bijvoorbeeld wordt al op een kostenpost van 200 euro per koe gezet”, berekent Twerda, die daarmee het belang van een stabiele pH en daarmee het voorkomen van pensverzuring door selectie in het rantsoen aangeeft.
Selectie zet weerstand koe onder druk
“De gevolgen van selectie aan het voerhek zijn vaak onderschat”, vindt Twerda, die uitlegt wat er in het koppel gebeurt. “Gechargeerd kun je twee groepen dieren aantreffen. Bij selectie krijgen de dominantere koeien meer krachtvoer, die staan tenslotte als eerste na het voeren aan het voerhek of verdringen andere dieren. Deze groep krijgt een fluctuerende pens-pH. De dieren in deze groep hebben een grotere kans op subklinische pensverzuring, een lagere weerstand, hebben dunne mest, een lager vetgehalte en zijn gevoeliger voor klauwproblemen. Dit kan ervoor zorgen dat deze koeien eerder uitvallen. Daar tegenover staan de ranglagere dieren zoals de verse vaarzen. Deze krijgen bij selectie de minst lekkere delen, wat over het algemeen de niet-krachtvoerachtigen zijn. Deze dieren krijgen op deze manier niet de energie die ze nodig hebben. Slepende melkziekte, een lagere melkproductie, dikkere mest, maar ook problemen met de weerstand en vruchtbaarheid liggen op de loer. Voor deze groep is dat vaak een reden van vervroegde afvoer.”
Sturen op gezonde koeien
Opname van veel ruwvoer waar de koe voldoende op moet herkauwen en optimaal voorziet in haar energiebehoefte. Dat is wat een goed gemengd rantsoen uw koeien oplevert en waarom Jonne zich dagelijks bezighoudt met het finetunen van het voermanagement op melkveebedrijven. De focus ligt eerst op goed mengen. Vervolgens op het telen van ruwvoer passend bij de behoefte en mogelijkheden van het bedrijf. De laatste stap is het finetunen, waarbij de melkveehouder gebruik kan maken van de expertise van specialisten op het gebied van ruwvoerteelt en TMR. “Met onze gestructureerde aanpak TMR Constant kunnen we laten zien wat het effect van een goed berekend en vooral goed gevoerd rantsoen heeft op de koe. Op deze manier kunnen we samen met de veehouder sturen op gezonde koeien en daarmee een hogere levensduur.
Tekst: Sanne van Raalte | Agrifim
Beeld: Henk Riswick