IBR: Duitse boerenbond eist strengere controles Nederlandse mest
Duitsland kampt in de Nederlandse grensregio sinds vorig jaar met regelmatig IBR besmettingen op rundveebedrijven. Over de afkomst van het virus tasten de betrokken instanties nog in het duister. Gezien de locaties van de getroffen bedrijven in de grensregio, wordt Nederland als een mogelijke besmettingsbron niet uitgesloten.
Artikel 10 /artikel 9
Met betrekking tot IBR is Duitsland een artikel-10 land. Dit betekent vrij van IBR en Nederland is een artikel-9 land. „Binnen Europa is afgesproken dat een artikel-10 land niet mag enten tegen IBR en dat bij een IBR uitbraak de veestapel van het betreffende bedrijf moet worden geslacht. Een dier die niet kan of mag worden geslacht, dient op het bedrijf in te slapen. In ons artikel-9 land mogen we het virus met vaccinatie te lijf gaan”, verklaart dierenarts Jurgen Cramer uit Sittard het verschil tussen Duitsland en Nederland. Cramer komt ook bij veehouders in de Duitse grensregio op het bedrijf. Al geruime tijd ervaart hij dat de Duitsers er nog feller bovenop zitten dan voorheen. „Zo is het controleniveau verder opgevoerd. Het tankmelkonderzoek vindt nu vier keer per jaar plaats in plaats van twee keer per jaar en de controle op entstoffen is verscherpt van één keer per jaar naar twee keer per jaar”, aldus Cramer.
Voorzichtigheid geboden
Het gedwongen slachten van de hele veestapel bij een IBR-besmetting is voor RLV aanleiding op te roepen tot het kost wat kost opsporen van de IBR besmettingsbron(-nen). Tegelijkertijd waarschuwt de RLV de veehouders op tot verhoogde waakzaamheid. Verder moeten veehouders afzien van de aankoop van rundvee waarvan niet met 100 procent zekerheid kan worden vastgesteld of deze IBR vrij zijn. Ook dienen veehouders extra hygiëne maatregelen nemen. Zo moeten personen of apparatuur die mogelijk in contact zijn geweest met andere veebedrijven, zorgvuldig worden gereinigd voordat het bedrijf betreden.
Nederland
RLV wijst de landbouworganisaties en veterinaire instanties op de aanwezigheid van de Nederlandse en Belgische grenzen in de regio Aken waar de recentste bedrijven met IBR zijn besmet. Ze vraagt daarom voor verscherpte maatregelen gericht op het voorkomen van mogelijke IBR insleep vanuit deze buurlanden. Zo zou de controle op de behandelwijze van mest afkomstig uit Nederland en België niet alleen moeten gebeuren op basis van de nodige exportdocumenten. De Duitse instanties zouden de Nederlandse en Belgisch mesttransporten zelf specifiek moeten controleren op de aanwezigheid van het IBR-virus Verder eist de RLV striktere eisen aan het reinigen van (grensoverschrijdende) diertransportvoertuigen.
IBR vrije status
Het RLV onderstreept dat er alles aan gelegen is om de IBR vrije status voor het Rijnland te behouden. Het gebied heeft deze status sinds 2017. Door uitbraken in de regio Aken en eerder dit jaar en in 2018 in de noordelijker gelegen regio Heinsberg, komt deze status steeds meer in gevaar.