Geen lagere ammoniakemissie bij beluchten of vaak mixen

Bij het onderzoek, gefinancierd door het ministerie van LNV en ZuivelNL, zijn tussen 2016 en 2018 vier afzonderlijke experimenten uitgevoerd in de milieustal op Dairy Campus. Deze stal is opgedeeld in verschillende afdelingen om betrouwbare metingen uit te voeren. Metingen in een afdeling waarin de mest regelmatig werd gemixt zijn vergeleken met een ongemixte afdeling. Daarbij is gevarieerd met mixmethode (mixen met lucht versus mixen met een mechanische mixer). Bovendien is bij het toevoegen van lucht gevarieerd met mixfrequentie (vier keer per dag versus één keer per dag) of mixduur (1 uur, 2 uur, 4 uur of 8 uur per dag). Uit alle metingen, ongeacht de mixmethode, mixfrequentie of mixduur, bleek er geen sprake te zijn van emissiereductie.
Deze conclusie is opvallend omdat in oriënterende metingen in 2015 op Dairy Campus nog een reductie van 50 procent opleverde bij regelmatig mixen ten opzichte van ongemixte drijfmest.
Onderzoek Verenigd Koninkrijk en literatuuronderzoek
Eerder onderzoek in het Verenigd Koninkrijk toonde echter een hogere ammoniakemissie. Ook sommigen literatuuronderzoeken wijzen hierop. Dit zou verklaard worden door de korstvorming bij ongemixte mest, die voor een lagere ammoniakemissie zorgt. De meeste metingen zijn echter gedaan in mestsilo’s buiten de stal. In de stal komt er steeds weer nieuwe mest bij, zodat het ‘voordeel’ van de korstvorming wegvalt. De gedachte vooraf het onderzoek op Dairy Campus was dat in die situatie korstvorming juist leidt tot een hogere ammoniakemissie omdat er urineplassen kunnen blijven staan op de korst. Frequent mixen zou in dat geval moeten leiden tot een lagere ammoniakemissie. Deze veronderstelling blijkt dus niet overeen te komen met de resultaten van dit onderzoek.
Reductie broeikasgassen
Het onderzoek op Dairy Campus richt zich nu op de reductie van broeikasgassen. Uit internationaal onderzoek blijkt namelijk dat vaak mixen wel zorgt voor minder methaanuitstoot.