Grondsoort lijkt van invloed op biestkwaliteit
Dat zegt Paul Arts van biest.nl. Het bedrijf analyseerde ongeveer 3.000 biestmonsters vanuit heel Nederland. „Het is nog te voorbarig om harde conclusies te trekken over de relatie tussen grondsoort en biestkwaliteit, maar er lijkt wel degelijk een relatie”, aldus Arts.
Veel variatie
De variatie in biestkwaliteit was enorm, bleek uit de analyses. „Er was één monster, waarbij elke kilo melk 184 gram antistoffen bevatte”, aldus Arts. „Dat was extreem goede biest van een oude koe. Een kalf moet binnen de eerste zes uur 200 tot 250 gram antistoffen binnen krijgen, dus met biest van die kwaliteit zit dat wel goed. Het andere uiterste was van een boer, die ervoor koos om de koeien niet droog te zetten. Arts: „De biest van de koeien op deze boerderij bevatte slechts ongeveer 10 gram antistoffen per kilo melk.”
Refractometer niet altijd betrouwbaar
Over het algemeen scoort de biest van Nederlandse melkveehouders overigens prima, stelt Arts, die kanttekeningen plaatst bij het gebruik van refractometers. „Met een refractometer bepaal je het suikergehalte van de biest. Iemand heeft ooit bepaald dat er altijd een correlatie is tussen het suikergehalte en de hoeveelheid antistoffen in de melk, maar dat blijkt echter niet altijd het geval. Daar wil ik in de toekomst graag meer onderzoek naar doen. De meest betrouwbare manier om de kwaliteit van de biest te bepalen is door een monster direct te analyseren op de hoeveelheid antistoffen.”
In de meest recente editie van Vakblad Melkvee werd een uitgebreid artikel gewijd aan biest. Klik hier voor een proefnummer.