NMV: ‘Gebruik stikstof niet om omvang melkveestapel ter discussie te stellen’
Sinds de Raad van State de PAS afkeurde, laait de stikstofdiscussie flink op. De veehouderij wordt geslachtofferd om het stikstofbeleid te redden, vindt de NMV. „Wij zijn er klaar mee dat de nadruk constant op de agrarische sector wordt gelegd. De omvang van de melkveehouderij slonk, in tegenstelling tot vrijwel alle andere stikstof uitstotende sectoren (zie tabel, red.). Kanttekening daarbij is overigens wel dat de melkproductie in die periode steeg, maar tegelijkertijd werd er op een veel efficiëntere manier geproduceerd, waardoor minder stikstofverliezen plaatsvonden.”
Tabel: Groei en krimp van stikstofemissiebronnen volgens het Compendium voor de Leefomgeving
Bron | 1980* | 2018* | Index (%) |
Mensen | 14000000 | 17200000 | 123 |
Personenauto's | 4240000 | 8500000 | 200 |
Vliegbewegingen | 171000 | 657000 | 384 |
Melkkoeien | 2400000 | 1630000 | 68 |
Varkens | 10138000 | 12500000 | 123 |
* = in aantallen |
Meten in plaats van berekenen
Volgens de NMV moeten ook de meetmethodes van de stikstof veranderen. „Stikstofemissies worden vrijwel altijd berekend, maar zouden eigenlijk gemeten moeten worden. In de landbouw houdt dat in dat alle reducerende maatregelen, die niet officieel erkend zijn, ook niet worden meegenomen in de berekeningen. Zo zijn er veel melkveehouders die hun mest aanwenden met de sleepslang, waarbij er water wordt toegevoegd aan de mest. Dit zorgt ervoor dat de emitteerbare component van de mest (ammoniumstikstof) oplost en vervolgens niet als ammoniak de lucht in gaat. Ook een maatregel als het Aeromixsysteem, dat ervoor zorgt dat er minder ammoniak in de mest gevormd wordt, is buiten beeld van de overheid. Daarbij zijn er veel boeren die ook water toevoegen in de mestkelders, waarvan ook geen data inzichtelijk zijn. Al die maatregelen zijn in de cijfers dan ook niet zichtbaar.
Ondertussen ziet NMV dat er telkens nieuwe onderdelen of zaken worden opgevoerd en toegerekend aan de landbouw, waardoor de uitstoot hoger lijkt te worden, zonder dat daar nadere onderbouwing voor is. NMV heeft het idee dat de landbouw als gemakkelijke verantwoordelijke wordt gehouden, wanneer er een stikstofgat gevuld moet worden.
Ondanks dat er miljarden aan investeringen gedaan zijn om ammoniakemissie vanuit de landbouw te reduceren, laten de gemeten ammoniakconcentraties een heel ander beeld zien, weet de NMV. „De berekende emissie daalt, maar de gemeten concentraties in de lucht stijgen.”
Meer ammoniak door schone lucht
Dit komt volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onder meer doordat de lucht is schoner geworden. Bepaalde stoffen, die normaal gesproken in de atmosfeer met ammoniak zouden reageren tot secundair fijnstof, zijn minder aanwezig in de atmosfeer. Hierdoor wordt minder ammoniak uit de lucht ‘weg gereageerd’, waardoor de concentratie hoger blijft. Ook zouden er minder zure stoffen in de lucht zijn, waardoor er minder ammoniak kan neerslaan. Verder spelen de weersomstandigheden een rol, aldus het RIVM.
„Al met al kunnen we vaststellen dat er nog veel onduidelijk is over de stikstofemissies uit de veeteelt, en de gedragingen van ammoniak in de lucht. Ammoniak is een zeer lastig te meten gas, waardoor er grote onzekerheidsmarges ontstaan”, vindt NMV. „Dat mag niet ten koste gaan van de landbouw. Daarom pleiten we om de stikstofdepositie niet alleen nat te meten, maar ook droog. Meten is weten, maar meten met verschillende maten leidt nergens toe.”