Column: Zeg het, Carola!
Alleen even iets over dat woord. Duurzaam. Ik krijg er ontzettende jeuk van namelijk. Niet van het woord an sich, maar wel als het steeds wordt gekoppeld aan bijvoorbeeld extensieve landbouw, biologische landbouw, kleinschalige landbouw en ‘voedselbossen’; de nieuwste mode. Stop daarmee.
Consumenten worden door politiek, media en maatschappelijke organisaties op deze manier namelijk vals voorgelicht. Intensieve land- en tuinbouw is juist door het hoogproductieve karakter (veel voedsel met weinig landgebruik) al hartstikke duurzaam. De milieuafdruk van een stukje varkens- kippen of rundvlees uit de intensieve (gangbare) veehouderij is lager dan de milieuafdruk van een biologisch gehouden dier. En het is echt geen rocket science om daar achter te komen.
Meer landgebruik
Een varken of een vleeskip die biologisch wordt gehouden leeft bijvoorbeeld langer. En omdat het dier langer leeft, zal er ook meer voer en water in dat dier moeten. Meer voer, betekent meer landgebruik en meer watergebruik. De opbrengst van biologische gewassen is daarnaast – mede omdat er geen kunstmest gebruikt mag worden – gemiddeld lager dan in de intensieve landbouw. Dus om hetzelfde volume als gangbaar voer te produceren, is meer grond nodig.
Omdat deze dieren langer leven, stoten zij ook langer (dus meer) broeikasgassen uit. En vlees, zuivel of eieren eten van een biologisch dier, kost ook meer transport. Biologisch graan bijvoorbeeld mag niet worden vermengd met gangbaar graan. Er is daarom een heel apart netwerk van transport opgetuigd om deze grondstoffen over de hele wereld te vervoeren.
Is dit allemaal erg? Nee, natuurlijk niet. Als de consument dit weet en evengoed kiest voor biologisch is dat zelfs hartstikke prima. Hij of zij zal zijn keuze dan waarschijnlijk baseren op andere motieven. Niks mis mee.
Stom woord duurzaam
Maar helaas weet de gemiddelde consument in Nederland hier helemaal niets van. Waarom niet? Omdat politiek, media en maatschappij dat stomme woord ‘duurzaam’, steeds maar weer koppelen aan ‘beter voor milieu, of beter voor klimaat’. Gisteren nog, op Radio 1. Een bezoek aan een gangbare melkveehouder. In de introductie wordt dan gezegd dat deze boer ‘duurzaam moet worden van Carola Schouten’.
De boer zelf beaamt dit dan ook nog. In plaats van te zeggen: “Hé, ho eens even, ik ben al hartstikke duurzaam. De ecologische footprint van onze koeien is al laag, ze eten al veel reststromen en we gebruiken al niet of nauwelijks antibiotica. En dankzij de melk van mijn koeien genieten mensen elke dag van een lekker, gezond en veelzijdig product en krijgen heel veel baby’s in Azië en Afrika een goede start in het leven, zonder ondervoeding of voedselvergiftiging. Tuurlijk wil ik best nóg duurzamer worden, maar ga mij niet vertellen dat ik dat nog niet ben. Dat gezegd hebbende, wat wilde u vragen meneer de interviewer?”
Erkenning
Het zou mooi zijn als ook Carola Schouten in haar optredens zich voortaan meer uitspreekt voor de gangbare boeren en tuinders. En hen met meer passie en overtuiging verdedigt. Zeker als er weer eens wordt gedaan alsof zij de reden zijn van vernietiging van de aarde. Verdikkie Carola, 95 procent van onze landbouw is gangbaar. 95 procent! Met boeren en tuinders die onder de meeste én de strengste regels ter wereld elke dag hun best doen om gezond, veilig, betaalbaar en duurzaam voedsel op tafel te zetten, met oog voor mens dier en omgeving. En met boeren die kampen met steeds weer nieuwe regelgeving. “Staan de zeilen eindelijk eens lekker in de wind, gaat het roer meteen weer om.” Zoiets.
Onze intensieve land- en tuinbouw wordt geroemd tot ver over de landsgrenzen. Wij zijn in staat om op een postzegel hoogwaardig, duurzaam, veilig en betaalbaar voedsel te maken voor heel veel mensen en voor heel veel landen, die dat zelf niet kunnen. 0,3 procent van de Nederlandse bevolking is boer of tuinder. De andere 99,7 procent is wat anders. Dokter, leraar, voetballer, minister, journalist. Zij kunnen worden wat ze willen worden, omdat zijn hun dag niet hoeven te besteden aan het maken van voedsel. Daar hebben wij onze boeren voor namelijk.
En als wij ervoor willen zorgen dat zij dit in ons land kunnen blijven doen, dan moeten we beginnen met hen die erkenning te geven. Erkenning en waardering voor intensieve boeren en tuinders, zonder hen als slechter te bestempelen.
Consument mag kiezen
En de consument? Die mag kiezen wat hij wilt. De boeren maken het allemaal. Willen zij dat dieren buiten lopen? Prima, daar hebben we biologische en vrije uitloopconcepten voor. Willen zij een lagere milieudruk op voedsel, of niet te veel betalen voor voedsel? Prima, daar hebben we gangbare boeren en tuinders voor, die maken het. Willen zij helemaal geen vlees of dierlijke producten eten? Prima, we hebben top- akkerbouwers en top-fruittelers. Die maken het. Willen ze alleen maar voedsel uit eigen streek? Prima, we hebben steeds meer boeren en tuinders die hun producten lokaal afzetten. De consument vraagt, de boer levert. De consument is de baas. Aan de kassa. Met de portemonnee in de hand.
Zeg het!
Zeg het Carola. Zeg het hardop. Zeg het waar je maar kunt. Klim op de barricade en schreeuw het van de daken.
Maar zeg dan niet: ‘Het moet duurzaam’. Zeg: ‘We gaan het nóg duurzamer doen. Samen met boer en consument!’ Zeg niet tegen de consument: ‘Uw voedsel is te goedkoop’. Daarmee diskwalificeer je het product. Zeg tegen de consument: ‘Uw voedsel is betaalbaar. Dankzij de boer. Laten we het nu voor de boer ook betaalbaar maken’.
Zelfde doel, andere manier van zeggen. Meer sympathie voor de omslag naar nog duurzamere landbouw van zowel boer als consument.
Missie geslaagd. Wedden?