PvdD laat minister Schouten het pinksterweekeinde bungelen
Volgens Ouwehand heeft de minister de Kamer doelbewust voorgelogen; in de SCoPAFF, het Brusselse gremium dat beslist over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen, heeft Nederland volgens de PvdD bewust het bijenrichtsnoer - een richtlijn die bepaalt hoe wordt getoetst welke effecten middelen op bijen hebben - uitgehold. En dat voor de Tweede Kamer verzwegen. Pas na een uitgelekt document met stemmingsuitslagen, een artikel van onderzoeksplatform Follow the Money en daarop volgende Kamervragen heeft de minister openheid van zaken gegeven. Dat is tenminste hoe de Partij voor de Dieren het ziet.
„In moties heeft de Kamer de minister opgeroepen om een streng richtsnoer op te stellen”, stelde Ouwehand in de Kamer. „In plaats daarvan heeft Nederland gestemd om minder veldproeven uit te voeren, om niet te testen op sublethale effecten voor bijen, en om testen voor hommels en solitaire bijen buiten het richtsnoer te houden.”
Honderden documenten
Minister Schouten spreekt dat tegen. „Ik hecht zeer aan transparantie en heb te allen tijde geprobeerd de Kamer zo volledig mogelijk te informeren”, stelde ze. „Maar we versturen en ontvangen elke dag honderden documenten met informatie; het is voor U ondoenlijk als wij die allemaal doorsturen.” Daarom heeft haar departement extra documenten pas opgestuurd nadat de Kamer daar expliciet om vroeg. Schouten had niet enkel de opdracht, stelde ze, om voor een strenge bijenrichtlijn te zorgen, maar ook om te zorgen dat die snel kwam - de lidstaten werken al sinds 2013 aan deze richtlijn, maar komen niet tot overeenstemming. In een eerdere Kamerbrief spreekt de minister over een patstelling, die ze probeerde te doorbreken door eerst in te zetten op het implementeren van de elementen waar iedereen het over eens is, en de EFSA, de Europese voedselveiligheidsautoriteit, toestemming te geven de richtlijn te verzwaren bij nieuwe wetenschappelijke inzichten.
„We hadden wel meteen op een zeer strenge richtlijn in kunnen zetten”, vertelde Schouten, „maar die zou waarschijnlijk worden weggestemd. En als een richtlijn wordt weggestemd, komt er niet meteen een betere voor in de plaats; dan begin je weer vanaf nul.”
Verwerpelijk
Ouwehand accepteerde de uitleg niet en zette de motie door, voor na het weekeinde dus. „Dat raakt me wel”, vertelde Schouten. „Ik heb zelf in de Kamer gezeten, en dit middel wordt enkel ingezet als er bewijzen zijn dat ik de Kamer doelbewust heb misleid.”
Ze vond de manier waarop Ouwehand de motie inzette verwerpelijk. „Een motie van wantrouwen dient meteen te worden uitgevoerd - nu moet ik wachten tot volgende week.” Ook de andere Kamerleden vonden het ongehoord dat Ouwehand de minister het hele Pinksterweekeinde laat bungelen.
De PvdD-politica bracht daar tegen in dat de andere leden van de Landbouwcommissie niet met haar hadden ingestemd om er een apart overleg aan te besteden, zodat ze de motie enkel in het overleg over gewasbeschermingsmiddelen, dat donderdagavond voor het weekeinde plaatsvond, kon inbrengen. Maar ook daarin kreeg ze geen steun van de andere Kamerleden. „Mevrouw Ouwehand heeft dit punt al verschillende keren gemaakt”, vond Helma Lodders. „Al die keren had ze er een motie van wantrouwen van kunnen maken. Er was geen noodzaak om dat precies deze keer wel te doen.” Ook PvdA’er William Moorlag vond dat. „Het was geen dringende zaak, en dus geen noodzaak om die motie precies vanavond aan te kondigen”, stelde hij. Op de vraag of de PvdA de motie gaat steunen, antwoordde hij met een gedecideerd „Nee.”