Hoe bepaal ik het optimale maai-/weide moment?
Bladeren tellen
Door de bladeren van een grasplant te tellen kan de verhouding tussen opbrengst en kwaliteit worden beoordeeld.
- 2 bladeren; kwaliteit is er goed, hoge smakelijkheid. Opbrengst daarentegen is lager.
- 2,5 – 3 bladeren; optimale verhouding tussen kwaliteit en opbrengst.
- >3 bladeren; onderste blad(eren) worden houteriger en beginnen af te sterven. Opbrengst is hoger omdat er meer massa gevormd is.
Bij beweiden wordt gestreefd naar 2 à 3 bladeren. De smakelijkheid en verteerbaarheid van dit gras is erg hoog. Bij maaien dienen er minstens 2,5 bladeren aan te zitten, anders is de opbrengst niet hoog genoeg voor een mooie maaisnede.
Doorschieten
Doorschieten is het zichtbaar worden van de aar. De voederwaarde, verteerbaarheid en smakelijkheid bij beweiden van het gras neemt dan af. Vóórdat de aar verschijnt is deze al gevormd in de plant. Dan bevat het gras wel extra celwanden, die een herkauwer nodig heeft, maar de samenstelling van deze celwanden is anders. De verteerbaarheid is dan namelijk nog vrij hoog.
- Geen aarvorming; de plant is erg goed verteerbaar en smakelijk, opbrengst kan hoger.
- Aarvorming binnenin de plant; veel opbrengst en celwanden maar toch een hoge verteerbaarheid. Dit kan gevoeld worden door de grasplant door samengeknepen vingers te laten glijden. Wanneer er duidelijk bobbels voelbaar zijn dan schiet het gras bijna door.
- Aar is zichtbaar; de samenstelling van de celwanden verandert en de verteerbaarheid daalt.
Het optimale maaimoment is wanneer de aar wordt gevormd in de plant. Dit is de juiste verhouding tussen opbrengst en kwaliteit. Maai je eerder? Dan heb je kans op een te snelle kuil en gemiste opbrengst. Maaien wanneer de aar bloeit geeft een lagere voederwaarde.
Bij beweiden wordt er gestreefd naar gras zonder aar of eventueel wanneer deze wel aanwezig is maar nog niet is doorgeschoten. Door het gras net onder de aarvorming te maaien wordt deze er uit gemaaid. Dan komt de aar niet terug en ontstaan er een smakelijke weidesnede.
Management
Het optimale moment om te maaien is dus wanneer de plant 2,5 – 3 bladeren heeft of wanneer de aar wordt gevormd maar nog niet zichtbaar is.
Kies bij intensief beweiden voor een mengsel met een gegroepeerde doorschietdatum zoals COUNTRY MilkMore 16. Zo kunnen bijna alle aren er in één keer uit gemaaid kunnen worden.
Bij maaien past een grasmengsel met gespreide doorschietdatum zoals COUNTRY MilkMore 14 en 15. Zo zitten er voldoende celwanden in iedere snede waardoor de graskuil niet te snel wordt.
Tekst: DSV Zaden