Column: Boer wil best duurzaam zijn, nu de politiek nog
Hoewel er bij deze en gene waarschijnlijk wel een klein hoeraatje af kon, toen de Eerste Kamer dinsdag het verbod op asbestdaken de nek omdraaide, heeft dit besluit flinke haken en ogen. Het tekent het zwalkende beleid van de Nederlandse politiek. Boeren verwijten de politiek al jaren dat de spelregels worden veranderd tijdens de wedstrijd, waardoor zij voortdurend voor onzekerheid en hoge investeringen komen te staan. Het besluit dat deze week (notabene op de eerste dag dat de nieuwe Eerste Kamer in functie was) is hiervan een voorbeeld.
Voorlopers
Al sinds de afkondiging van het verbod door het kabinet in 2015, zijn boeren en tuinders bezig hun asbestdaken te vervangen. Miljoenen vierkante meters asbestdaken verdwenen. Vaak vervangen door zonnepanelen. En zoals altijd, liepen er ook hier boeren en tuinders voorop bij de aankondiging van nieuwe regelgeving. Voorlopers willen goed ondernemerschap tonen en hopen daarmee onder meer op een groter draagvlak en in sommige gevallen misschien ook wel op een betere prijs voor hun vlees, eieren, zuivel, fruit of gewassen. Want duurzaam.
Het siert deze boeren dat zij meteen de handschoen oppakken omdat zij hiermee ook voor andere boeren zorgen voor een positieve uitstraling richting maatschappij, politiek en media.
Voorop lopen heeft echter ook zijn gevaarlijke kanten. Veel ondernemers die afwachtender zijn, of nog geen investeringen kúnnen doen, worden daar op aangesproken door diezelfde maatschappij, politiek en media. ‘Uw collega kan het ook, waarom u dan niet?’, wordt dan gezegd. De afwachtende boer loopt het risico als ‘onwillig’ te worden bestempeld. Terwijl maatschappij, politiek en media vaak niet eens weten waarom sommige boeren niet meteen voor de parade uitlopen.
Politiek wordt eigen grootste vijand
Het van tafel halen van het verbod op asbestdaken door de Eerste Kamer líjkt daarom wel positief, maar de ondernemers die wél in een vroeg stadium hoge investeringen hebben gedaan, lopen kans straks opnieuw de portemonnee te moeten trekken. Hun zonnepanelen of nieuwe daken moeten misschien over tien jaar al weer worden vervangen, of vernieuwd. Terwijl hun afwachtende collega's nog gewoon de oude asbestdaken op hun gebouwen mogen hebben liggen. En misschien wel een betere saneringsregeling krijgen straks. De voorlopers worden nu in feite ‘dubbel gepakt’: eerst tonnen investeren en wie weet, straks opnieuw.
Het zwalkende beleid in Den Haag vergroot de kans dat agrarische ondernemers bij de volgende aankondiging van een nieuwe wet of nieuwe regelgeving, geen enkel risico meer gaan lopen en tot het uiterste moment zullen gaan wachten om hun bedrijf aan te passen aan de nieuwste eisen. Op deze manier houdt politiek Den Haag juist verduurzaming van de land- en tuinbouw tegen. En wordt de politiek zijn eigen grootste vijand.
Regeren op basis van feiten
Den Haag wil naar een duurzaam Nederland, maar is zelf maar bar weinig duurzaam in het beleid dat ze over het land uitstort. Het kleine hoeraatje deze week bij het besluit om het verbod op asbestdaken op te schorten is hartstikke leuk voor alle betrokkenen. Wat pas echt leuk is, is als er een luid hoera in de sector gaat klinken als de dames en heren politici in Den Haag nou eindelijk eens gaan regeren op basis van feiten en gedegen onderzoek, in plaats van op emoties.
Geen emotiepolitiek. Een duurzame politiek. Dát is wat Nederland nodig heeft. Een politiek beleid waar iedereen op kan rekenen en die vertrouwen geeft aan boeren om investeringen te doen voor de komende decennia.
Want boeren willen heus wel duurzaam zijn. Sterker nog: ze zíjn het al. Nu Den Haag nog.