NMV en DDB verzoeken eerste kamer wetswijziging fosfaatrechten af te keuren
Dat doen zij per brief, met daarin argumenten waarom de wetswijziging niet deugt: „Onlangs is gebleken dat de Minister te veel fosfaatrechten heeft uitgegeven. Hoofdzakelijk aan houders van vleesvee en omdat sommige melkveehouderijbedrijven niet de juiste hoeveelheid rechten hebben ontvangen en daar door gerechtelijke uitspraken wel recht op hebben. Fouten van de overheid, die men nu wil verhalen op individuele melkveehouders, die part noch deel hebben aan deze situatie.”
Productievolume is niet hetzelfde als rechtenvolume
Aangezien de fosfaatproductie in de melkveehouderij zich onder het plafond bevindt, is er geen rechtvaardiging voor de voorgestelde wetswijzigingen, die ten koste gaan van individuele melkveehouders, stellen NMV en DDB: „In de staatssteunbeschikking is vastgelegd dat de fosfaatproductie onder het plafond moet zijn, maar níet dat dit ook geldt voor het aantal uitgegeven fosfaatrechten. Dit feit is door Minister Schouten in het debat met de Tweede Kamer op 29 mei erkend. De maatregel van de Minister kan overigens sowieso niet voldoende effectief zijn: de kilo’s fosfaat die beschikbaar komen door afroming bij transacties in fosfaatrechten, liggen veel lager dan de kilo’s fosfaat die de minister vóór het einde van dit jaar nog moet korten.”
Net als varkensrechten opkopen
NMV en DDB vinden de optie die Grondig vorige week al opperde om de Minister de rechten te laten opkopen een beter alternatief, schrijven zij in de brief. „Het is de overheid die fouten heeft gemaakt en niet de melkveehouderijsector. De Minister is van mening dat opkopen door de overheid niet kan, aangezien dat gezien zal worden als staatssteun, maar omdat het hier om maatregelen ten gunste van het milieu gaat, zijn daar mogelijkheden voor. Deze staan onder andere omschreven in de staatssteunbeschikking. Ook in de varkenshouderijsector zijn al opkoopmaatregelen door de overheid doorgevoerd.”