VEM-gehalte loopt op; ruw eiwit blijft laag
De afgelopen week is er bijna overal wel enige neerslag gevallen, maar het is ongelijk verdeeld. Er zijn nog steeds gebieden waar bijna niks is gevallen. De verschillen in grasgroei zullen de komende weken dan ook toenemen, is de verwachting.
In deze periode schieten grassen ook makkelijk in de aar. Agrifirm adviseert daarom om meerdere keren per week een rondje te maken door de percelen om het grasaanbod in de wei te controleren en daar het ruwvoeraanbod op stal op aan te passen. Daar waar voldoende regen is gevallen, kan de grasgroei explosief stijgen. Dan wordt het al snel te lang en dan holt de kwaliteit achteruit. „Door op tijd een paar percelen te maaien, staat er met twee tot drie weken weer etgroen voor uw koeien”, tipt Agrifirm.
Nauwelijks stikstofmineralisatie
In vergelijking met voorgaande jaren blijft het ruw eiwitgehalte in het gras aan de magere kant, met maar 200 gram per kilo drogestof. Dat is het gevolg van het tekort aan vocht en de (te) lage bodemtemperatuur, legt ruwvoerspecialist Leo Tjoonk uit. „Tot vorige week was het eigenlijk de hele tijd te koud; de bodemtemperatuur was 10, 12, 13 graden. Dan komt de stikstofmineralisatie niet goed op gang”, geeft hij aan. “Elke 10 graden verdubbelt de mineralisatie.” Pas deze week is de bodemtemperatuur opgelopen tot 15 graden, de normale waarde voor de tijd van het jaar.
Op veel biologische bedrijven is het ruw eiwitgehalte helemaal bar laag, weet Tjoonk. Op het meetpunt in Dronten zit er slechts 118 gram ruw eiwit in het biogras. „Dan wordt het een uitdaging om de productie eronder te houden.”
'Op tijd wegmaaien'
In het zuiden en oosten zijn veel melkveehouders de afgelopen week begonnen met het binnenhalen van de tweede snede. In het noorden moet men veelal nog even wachten; daar zat de eerste snee ook later aan de bult, volgens Tjoonk. „Het is wel een spannende tijd nu; het gras schiet gauw in de aar. Je kunt het beter op tijd wegmaaien”, adviseert hij.
Vergeleken met vorig jaar lopen boeren pakweg 1.700 kilo aan gewonnen drogestof achter. Maar gezien de regen die er inmiddels is gevallen, en de regen die voor komende week wordt voorspeld, rekent Tjoonk erop dat die achterstand snel zal worden omgezet in een voorsprong. „Vorig jaar werd het vanaf dit moment gortdroog; dat zal nu niet het geval zijn.”
'Kuil maandagochtend vroeg in'
Onder het motto 'van gras komt gras' adviseert Tjoonk om een minimale stoppellengte van 7 centimeter aan te houden. Anders houdt het gras te weinig bladoppervlak over een goede fotosynthese en dus vlotte hergroei. Vooral in de eerste week na het maaien is dit effect het grootst.
Verder wordt er aanstaande zondag, met hoge temperaturen en een windkracht 4, sterk drogend weer verwacht. Dan is het oppassen dat boeren het gras niet te droog inkuilen. Maandagmorgen vroeg (laten) inkuilen, nog vóór het melken, tipt Tjoonk: dan pak je de ochtenddauw mee en dan gaat het gewas ook niet te warm de kuil in. Vervolgens zijn woensdag en donderdag – gezien de voorspelde regenval – weer ideale dagen om mest uit te rijden.
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Gineke Mons
Bron: Agrifirm