'Aanvoersnelheid maïs bepalen door zelf kuil aan te rijden'
10 oktober
18 september
26 juni
Jeffrey boert samen met zijn ouders en broer op 90 hectare land waarvan 6 hectare maïs. Ze melken 170 koeien. „De grondsoort is zware klei. Je moet geduld hebben op deze grond. Vooral in het voorjaar duurt het langer voordat je het kan gaan bewerken. Voor ons is het makkelijker om gras te telen. Toch wordt er wat maïs verbouwd omdat dit goed in het rantsoen past.”
Rond de kerst werd het land geploegd en de groenbemester ondergewerkt. Na de oogst vorig jaar zaaide de veehouder namelijk gele mosterd in. „Wij hoeven niet verplicht een groenbemester te telen, maar om de bodemstructuur te verbeteren doen we dan wel. Daarnaast voegt het veel organische stof toe aan de bodem.”
(Tekst gaat verder onder de foto)
Doordat de kleigrond in Noord-Holland wat trager op temperatuur is, ging Bos dit voorjaar iets later aan de slag op het land dan de andere twee maïstelers. Eind april kwam 50 kuub drijfmest per hectare op het land. „Dat is voor ons al vroeg.” De mest werd met de sleepslang met bouwlandbemester ingewerkt. Een paar dagen na het sleepslangen heeft de veehouder het bemeste maisland met de rotorkopeg zaaiklaar gemaakt.
De veehouder zaaide begin mei een vroeg ras: LG 31.211. „Dit ras doet het bij ons goed. Het kan er vroeg af terwijl het toch een mooie verhouding aan kolf en plantmassa heeft.” Het zaad is gecoat met een Starcover-coating. „Vorig jaar hebben we dit voor het eerst gedaan. Je zag vooral een betere beginontwikkeling. Later zag je geen verschil meer. Maar omdat we later zaaien is een goede beginontwikkeling wel belangrijk.”
(Tekst gaat verder onder de foto)
Bos was van plan om dit jaar een deel van zijn areaal later te bemesten met kunstmest, als de maïs ongeveer 30 centimeter hoog staat. De loonwerker is er echter nog niet op ingericht. Daarom heeft hij alle mest nog bij het zaaien toegepast. „Ik geloof wel in het later bemesten van de maïs. De planten hebben in het begin nog niet zoveel stikstof nodig, maar pas als de planten goed aan de groei zijn. Door later te bemesten, denk ik dat je de benutting kunt verbeteren en daarmee een hogere opbrengst kunt realiseren. Als het kon, zou ik zelfs de drijfmestgift later toevoegen.”