Ecoregelingen moeten aanzet geven tot kringlooplandbouw
Het nieuwe GLB geeft lidstaten meer mogelijkheden om een op het land toegesneden landbouwbeleid te voeren. De Europese Commissie stelt enkel doelen vast, en lidstaten krijgen veel vrijheid om zelf te bepalen hoe ze die doelen willen bereiken. De omslag naar een kringlooplandbouw in gedachten, heeft minister Schouten het Rli gevraagd hoe het GLB kan worden ingezet om deze omslag te maken. Het Rli heeft vandaag zijn advies gepubliceerd. Ze zetten daarin vooral in op ecoregelingen.
Deze ecoregelingen zijn een nieuw instrument in de gereedschapskist van het GLB. Ze zijn bedoeld om boeren te stimuleren doelstellingen op het gebied van milieu en klimaat na te streven. Ze worden betaald uit de eerste pijler, die nu nog vooral wordt gebruikt voor de hectaretoeslag. Die toeslag blijft bestaan onder de naam 'basisinkomenssteun'.
De gelden uit de tweede pijler worden gebruikt voor ondersteuning van publieke diensten, zoals agrarisch natuurbeheer. Daarnaast zou dit budget moeten worden gebruikt voor boeren die voorop willen lopen in de kringlooplandbouw. Maar pijler II is niet bedoeld voor de grootschalige omslag naar kringlooplandbouw.
Laagdrempelig en breed
Die grootschalige omslag zal met ecoregelingen moeten worden bereikt. In een Kamerbrief gaf minister Schouten al aan dat de regelingen laagdrempelig en breed van opzet moeten zijn, zodat boeren hier makkelijk aan mee kunnen doen. Het Rli gaat daarin mee. De Raad stelt voor om 30 procent van de eerste-pijlergelden te reserveren voor ecoregelingen, en dat aandeel met de jaren toe te laten nemen, en de basisinkomenssteun navenant te verminderen. Tegelijkertijd worden de eisen voor die eco-regelingen langzaam steeds verder opgeschroefd, zodat deelnemende boeren hun bedrijf stap voor stap kunnen vergroenen. „Idealiter werkt een reeks van factoren allemaal dezelfde kant op”, schrijft het Rli in zijn advies; „de groeiende overtuiging van de boer, zijn ondernemerschap en initiatief, de vraag naar duurzame producten, op deze vraag afgestemde initiatieven van de agribusiness, de financiering daarvan door banken, de ondersteuning van duurzame landbouw door natuur- en milieuorganisaties, de steeds strengere wettelijke eisen aan de landbouw, en - last but not least - de publieke opinie.”
De steeds verdergaande eisen in de ecoregelingen komen deels voort uit de activiteiten die met pijler II worden gefinancierd. De resultaten van de voorlopers laten zien wat mogelijk is en breed kan worden ingevoerd. Tegelijkertijd zullen vereisten waar vrijwel iedereen aan voldoet, en waarin een bedrijf zich niet meer kan onderscheiden, uit de ecoregelingen verdwijnen en een voorwaarde worden voor de basisinkomenssteun.
Private schema's
Om het boeren makkelijk te maken mee te doen, stelt het Rli voor om private duurzaamheidschema's bij de ecoregelingen aan te laten haken. Bedrijven die bijvoorbeeld aangesloten zijn bij de Stichting Veldleeuwerik of meedoen met het PlanetProof-concept van FrieslandCampina zouden zo automatisch ook in aanmerking komen voor de ecoregelingen, als deze schema's tenminste gevalideerd worden.
Die validatie hangt af van een commissie van deskundigen. Per sector zal er zo'n commissie zijn, die een aantal meetlatten (de zogeheten kritische prestatie-indicatoren, oftewel KPI's) vaststelt, waar een duurzaamheidsschema tegenaan wordt gehouden. Per meetlat kan zo'n schema een aantal punten krijgen, en als het schema in totaal voldoende punten haalt en op geen enkele meetlat een onvoldoende scoort, komt het in aanmerking voor een ecoregeling.
Door deze KPI's periodiek te verhogen kan de ecoregeling steeds verder verduurzamen. De deelnemende duurzaamheidsschema's, schrijft het Rli in zijn advies, krijgen zo steeds meer de kenmerken van kringlooplandbouw.