LTO wil knelpunten naar grondgebondenheid in beeld hebben
In april 2018 presenteerde de Commissie Grondgebondenheid een advies over de invulling van de grondgebondenheid in de Nederlandse melkveehouderij. Deze commissie had van LTO Nederland en de NZO de opdracht gekregen een advies te presenteren met als uitgangspunten onder andere een minimumpercentage eiwit van eigen land en een voldoende grote huiskavel. Door aan te geven langs welke weg de melkveehouderij in 2025 aan de visie kan voldoen, zet de commissie de stip op de horizon waar de zuivelketen behoefte aan heeft. In haar advies houdt de commissie bovendien rekening met de doelen van de Duurzame Zuivelketen op gebied van weidegang, dierenwelzijn, biodiversiteit en klimaat en energie. Daarmee komt de commissie tegemoet aan de behoefte van haar opdrachtgevers, de LTO Vakgroep Melkveehouderij en de NZO. Beide organisaties vinden grondgebondenheid kenmerkend voor de Nederlandse melkveehouderij. Daarom heeft het een centrale plaats in de Duurzame Zuivelketen, het samenwerkingsverband waarmee LTO en NZO de zuivelketen verder verduurzamen.
Grote opgave
De vakgroep legde dit advies vervolgens voor aan haar achterban. De conclusie hiervan was dat een deel van de LTO-leden het advies een hele grote opgave vindt. Vooral veehouders in intensievere veegebieden in een kleinschalig landschap, hadden die mening. Voor de vakgroep reden te willen weten tegen welke knelpunten de veehouders in deze gebieden concreet aanlopen. Daartoe startte ze, samen met het Kadaster, in de Achterhoek een pilot. Het Kadaster heeft de verkaveling van een gebied van circa 25.000 hectare in kaart gebracht. Samen met Wageningen Economic Research maakt het Kadaster vervolgens een optimaal verkavelingsplan. Gelijktijdig wordt onderzocht hoe de veehouders kunnen voldoen aan de norm van 65 procent eiwit van eigen land. Voor het verstrekken van informatie en op de voet te volgen of de plannen daadwerkelijk in de praktijk uitvoerbaar zijn, is een plaatselijke klankbordgroep van melkveehouders en een akkerbouwer gevormd.
Meer potentie
In Nieuwe Oogst stelt LTO vakgroeplid Dirk Bruins dat uit de eerste gegevens blijkt dat het gebied qua grondgebondenheid meer potentie heeft dan gedacht. „Er is veel verkaveld, maar dat kan doorgaan. Ook slimme ruilingen en samenwerking met terreinbeherende organisaties en particuliere grondbezitters kunnen helpen.” Wat betreft eiwit van eigen land zullen buurtcontracten soelaas moeten bieden. Volgens Bruins zou het in dat kader ook helpen als de overheid gaat werken met de systematiek van buurtcontracten. Eind mei loopt de pilot ten einde. Op basis van de uitkomsten moet blijken of deze aanpak elders ook kan worden gebruikt, zodat invulling kan worden gegeven aan de optie: 'huiskavel met genoeg gras'.