Drie nieuwe koplopers in lijst met aanhoudingscijfers

Na elke indexdraai publiceert de NVO een ranglijst van de fokstieren op basis van de aanhoudingscijfers van hun dochters. De stieren worden gerangschikt op basis van het zogenoemde aanhoudingsgetal, waarbij het percentage dochters op 12, 24, 36, 48 en 60 maanden na de eerste kalving nog aanwezig op de bedrijven wordt vergeleken met het landelijk gemiddelde. De weging wordt bij het ouder worden verzwaard (klik hier voor meer achtergrondinformatie). De stieren van CRV en Alta staan niet in de lijst, omdat deze organisaties de NVO tot dusver geen goedkeuring hebben gegeven om het aanhoudingsgetal te berekenen.
De aanhoudingspercentages vormen de ruwe informatie achter de fokwaarde levensduur en worden dus door de omstandigheden beïnvloed. Zo heeft bijvoorbeeld het fosfaatbeleid op de ene leeftijdscategorie stieren meer invloed dan op de andere. Hiervoor wordt bij het aanhoudingsgetal niet gecorrigeerd. Anderzijds is voor de eindgebruiker moeilijk inzichtelijk welke informatie aan de fokwaarde levensduur ten grondslag ligt, de aanhoudingscijfers scheppen daar helderheid.
Balisto versus Malki
Dat de wegingen bij het ouder worden van de dochters zwaarder meetellen, heeft ermee te maken dat er op jonge leeftijd nog maar weinig is te zeggen over de levensduur. De stier Malki heeft bijvoorbeeld een fokwaarde levensduur van 894 dagen, maar komt vooralsnog niet verder dan een aanhoudingsgetal van slechts 98 (bij een gemiddelde van 100). Van zijn dochters is 86 procent op 12 maanden na de eerste kalving nog aanwezig en na 24 maanden bedraagt dat percentage 73 procent. Van de even oude Balisto – hij heeft een fokwaarde levensduur van 896 dagen – zijn de percentages nog aanwezig na 12 en 24 maanden respectievelijk 91 en 83 procent, leidend tot een aanhoudingsgetal van 104.
Malki en Balisto zijn even oud en hebben dezelfde torenhoge fokwaarde levensduur, waarbij Balisto op basis van het aanhoudingsgetal vooralsnog de beste van de twee lijkt. De relatief lage aanhoudingscijfers van Malki laten zich evenwel goed verklaren. Zijn dochters zijn laatrijp (115) en starten dus voorzichtig, de melksnelheid is laag (88) en het karakter wat nerveus (94). Balisto noteert voor deze drie kenmerken respectievelijk fokwaarden van 101, 101 en 104.
Op termijn ander plaatje
De hoge laatrijpheid van Malki betekent echter dat zijn dochters steeds meer gaan geven. Verder scoren de dochters van Malki beter voor beenwerk (111 versus 101), conditiescore (105 versus 94) en klauwgezondheid (110 versus 99) dan die van Balisto, dus op termijn zou het plaatje wat betreft de aanhoudingsgetallen er wel eens heel anders uit kunnen zien. De moraal van het verhaal is dat net als bij de fokwaarde levensduur, ook het aanhoudingsgetal met verstand moet worden bekeken. Het cijfer wint aan zeggingskracht naarmate er meer metingen zijn (dus ook op 36, 48 en 60 maanden).
Tekst: Anne Hiemstra