![Topvoer logo](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/04/68/347/topvoer_logo_def.627x97.png)
Droogte afgelopen jaar kan nog invloed hebben op magnesiumtoestand
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/01/92/194/img_20190403_150519.-detail.jpg)
Normaliter staat een evenwichtig aanbod van kali in de bodem garant voor voldoende magnesium in het gras. Is er echter sprake van een lage pH, hoge kaligiften of N-bemestingen met ammoniumstikstof, dan beperkt dit de magnesiumopname door het gras. Mocht er de afgelopen maanden een bekalking zijn uitgevoerd, dan is er in ieder geval al wat extra magnesium beschikbaar. Hoeveel extra hangt af van het gebruikte type kalkmeststof. Maar, dit extraatje kan dit jaar wel eens teniet worden gedaan door een extra aanbod van plantbeschikbaar kali in de bodem vanwege de droogte afgelopen jaar. Zijn er door dit verdringingseffect twijfels over voldoende beschikbaarheid van magnesium, dan is nu het moment om dit bij te sturen. Een bodemanalyse geeft duidelijkheid, niet alleen voor de weidepercelen, maar ook voor de maaipercelen waarvan straks een topkuil wordt gemaakt.
Magnesium vaak gebonden
Grasland is op een behoorlijk niveau als de grond rond de 150 mg MgO/kg grond bevat. In veel kalkmeststoffen die in het kader van het verhogen van de bodem-pH worden aangevoerd zit magnesium. Helaas is dit wel vaak magnesium die gebonden is aan carbonaat (CO32-). Dit betekent dat de magnesium niet direct, maar in de loop van de tijd beschikbaar komt voor de plant. Hoeveel magnesium kun je in de loop van de tijd verwachten?
Als bekend is welke kalkmeststof is aangevoerd en in welke hoeveelheid, dan is met onderstaande tabel voor het bemestingsplan te berekenen hoeveel magnesium vanuit deze bron voor het gras beschikbaar is. Aanvullend is er dan ook te berekenen of de drijfmestgift en/of de gift met een magnesiumhoudende stikstofmeststof als Nutramon-KAS voor de komende periode toereikend is.
Mg-werking in jaar | Tijdstip van bekalking | |
najaar | voorjaar | |
1 | 0,55 | 0,25 |
2 | 0,2 | 0,45 |
3 | 0,1 | 0,2 |
4 | 0,05 | 0,05 |
Risico op verdringing K en Mg zichtbaar maken met bodemanalyse
In de bodem binden onder normale omstandigheden positief geladen ionen (kationen) als kalium (K+), magnesium (Mg2+) of calcium (Ca2+) zich aan de negatief geladen klei- en humusdeeltjes. Dit wordt het klei-humuscomplex, het kationenadsorptiecomplex of het CEC-complex genoemd. De kationen zijn zwak gebonden aan het negatief geladen oppervlakte en komen via omwisselreacties in het bodemvocht, waar ze door het gras worden opgenomen.
In een bodem met een voldoende hoge pH stelt zich een evenwicht in tussen de hoeveelheid kationen in het bodemvocht en de hoeveelheid die aan het adsorptiecomplex is gebonden. Dit evenwicht kan beïnvloed worden door een toevoeging van een zuur aan de bodem, bijvoorbeeld meststoffen, of door het bekalken van de bodem, waardoor de bodem-pH stijgt. Het evenwicht kan echter ook tijdelijk uit balans raken bijvoorbeeld door de droogte in 2018. In geval van kali was er sprake van een onbalans door een mindere opname, minder uitspoeling en een grotere concentratie in het resterende bodemvocht. Gevolg een overaanbod van kali en daardoor een slechtere beschikbaarheid en minder opname van magnesium en ook calcium. Een recente bodemanalyse geeft inzicht of er problemen met de opname van magnesium en ook calcium zijn te verwachten en in hoeverre het bemestingsplan eventueel nog aangepast moet worden. Een accuraat en afgewogen bemestingsplan levert u niet alleen technische resultaten (voederwinning met een hoge voederwaarde) maar is juist ook de basis voor het financieel-economische resultaat.