KoeMonitor moet vanaf 2020 diergezondheid, -welzijn en voedselveiligheid borgen
Om ook in de toekomst te kunnen blijven voldoen aan de (inter)nationale wet- en regelgeving en de steeds strenger worden eisen van afnemers en de maatschappij, werkt de sector voortdurend aan verbetering van de diergezondheid, het dierenwelzijn en de voedselveiligheid, meldt LTO op haar website. Met de KoeMonitor wordt daarin een nieuwe stap gezet.
Drie onderdelen
KoeMonitor bestaat uit de onderdelen KoeData, KoeKompas en KoeAlert. KoeData is de nieuwe naam voor de Continue Diergezondheidsmonitor en maakt de diergezondheid op een melkveebedrijf inzichtelijk. Elk kwartaal worden de resultaten van de individuele melkveehouder op elf kengetallen vergeleken met landelijke gemiddelden. Daarmee zien melkveehouders en dierenartsen op welke punten het bedrijf goed dan wel slecht scoort op basis van objectieve, landelijke data.
KoeKompas werd al in 2010 door CONO kaasmakers ontwikkeld en is sindsdien door nagenoeg alle andere Nederlandse zuivelverwerkers overgenomen. Per 1 juli 2019 laat ook FrieslandCampina haar leveranciers verplicht een KoeKompas uitvoeren. Het instrument scoort de omstandigheden voor de koe omtrent voeding en water, huisvesting, dierwelzijn, melken, werkroutines, jongvee-opfok en diergezondheid. Daaruit rolt wederom een score, waaruit blijkt op welke punten in het bedrijf risico’s liggen, op welke punten het bedrijf goed draait en wat nog beter kan in de bedrijfsvoering.
Ook zonder wachttijd aftappen
Het derde onderdeel – KoeAlert – is ‘een werkwijze om attentiekoeien te signaleren’ en moet borgen dat veehouders alleen melk van gezonde koeien leveren, zodat voldaan wordt aan de EU-hygiëneverordening. In die hygiëneverordening staat bijvoorbeeld ook dat voedingsmiddelenbedrijven alleen melk van gezonde koeien mogen ophalen en verwerken tot voedingsmiddelen. Wat exact wordt verstaan onder een gezonde koe, is voorlopig nog vaag. Henk van Ruitenbeek van De Oosthof dierenartsen licht toe: „Het komt er op neer dat je als melkveehouder niet alleen de melk apart houdt wanneer de wachttijd nog niet verstreken is, maar ook wanneer de koe niet met medicijnen behandeld is, maar wel ziek oogt. Dat betekent dat je de melk van koeien met extreme diarree, met stinkende afscheiding uit de kling, met smet op de uier of met wat bloed in de melk ook niet mag leveren.”
Hoe dat gecontroleerd gaat worden, weet Van Ruitenbeek ook nog niet. „Bij robotbedrijven is dat nog wel te organiseren. Zo’n controleur wijst dan een paar dieren aan en laat de boer dan in zijn computer kijken of de melk van die dieren apart gehouden wordt. Bij conventionele melksystemen kan dat niet.”
Voorlopig nog andere instrumenten
Het is de bedoeling dat de nieuwe systematiek vanaf januari 2020 beschikbaar is, zodat zuivelondernemingen die desgewenst dan kunnen toepassen. Tot die tijd hebben melkveehouders, dierenartsen en zuivelondernemingen te maken met de huidige afzonderlijke instrumenten die de diergezondheid, en het dierenwelzijn borgen en monitoren. Elk instrument heeft zijn eigen doel en historie en is gebaseerd op de EU-hygiëneverordening, nationale wetgeving en/of op eisen van derde landen en afnemers.
Tekst: Geert van den Biggelaar
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in Noord-Brabant. Studeerde veehouderij aan de HAS in ’s-Hertogenbosch vervolgens dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit. Sinds 2016 parttime melkveehouder en parttime redacteur bij Agrio. Verantwoordelijk voor melkvee-gerelateerde onderwerpen in vakblad Melkvee, website Melkvee.nl en de regiobladen.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bronnen: LTO, De Oosthof Dierenartsen