'Schrijf zelf je eigen ondernemersplan bij een bedrijfsovername'
Draaijer nam vijf jaar geleden het melkveebedrijf van zijn tante over en runt nu een bedrijf met 130 melkkoeien in het Friese Witmarsum. Hij was één van de drie spreker tijdens de sessie bedrijfsovername dinsdag 19 maart op de vakbeurs Dutch Poultry Expo in Hardenberg (OV).
„Begin op tijd, bereid je goed voor ook op de financiële impact, vraag je af hoe financierbaar het is en blijf communiceren”, adviseert bedrijfsadviseur Nico van Eckeveld van Vallei Accountants Agri met kantoren in Barneveld en Woudenberg (UT). Hij begeleidde meerdere bedrijfsovernames van pluimveebedrijven. „Fiscaal gezien is het veelal gunstig minstens drie jaar in maatschap, VOF of in de BV zitten voordat je een bedrijf overneemt.”
„Blijf communiceren met je ouders maar ook met je broers en zussen”, adviseert Van Eckeveld. „Maak duidelijk wat jouw wensen maar ook wat de wensen van je broers en zussen zijn. Die wensen kunnen in de periode van een bedrijfsovername ook wisselen. Door te blijven communiceren, voorkom je misverstanden en een mogelijke ruzie in de familie. Zorg dat je het samen eens bent over de visie en toekomst van het bedrijf.”
Banken huiveriger
Draaijer kon zich volledig vinden in deze tips van Van Eckeveld. „Begin vooral op tijd. Een bedrijfsovername is soms echt een lang proces.” Zowel Van Eckeveld als Draaijer merken dat banken huiveriger zijn als het om bedrijfsovername gaat. „Het is niet meer vanzelfsprekend dat je een bedrijf van je ouders kunt overnemen. Banken kijken naar de resultaten, het percentage vreemd vermogen ten opzichte van het eigen vermogen en heel nadrukkelijk naar de capaciteiten van de jonge ondernemer”, zegt Van Eckeveld. “Laat zien dat je uit eigen kracht bewust kiest en goed inzicht hebt in het bedrijf.”
„Schrijf altijd zelf een eigen ondernemersplan. Laat dit niet door een adviseur doen”, raadt Draaijer aan. „Je kunt een adviseur wel vragen om je plan te boordelen, maar het moet echt jouw plan zijn waar je volledig achter staat. Daarmee laat je aan een bank zien dat je het ook echt wil en omdat het jouw plan is, kun je op alle vragen van de bank antwoorden. Een jonge ondernemer die in een gesprek met een bank passie en drive laat zien is heel wat meer waard dan een op papier perfect uitgewerkt plan”, stelt Draaijer. „Je moet een bank echt laten zien dat je zeven dagen in de week je eigen boerderij wilt runnen. Wat dat betreft is het heel anders dan een 9 tot 17 uur baan.”
‘Willen beide het bedrijf overnemen’
Astrid Swart, die ook deelnam aan de sessie, luisterde aandachtig naar de tips. Ze zit in het vierde jaar van haar opleiding aan de HAS in Leeuwarden nadat ze eerder melkveehouderij deed op het MBO. Zij en haar broertje hebben beide interesse om het vleeskuikenbedrijf van haar ouders in het Friese Warns over te nemen.
„Het bedrijf is met ruim 200.000 vleeskuikens te klein om met ons beide over te nemen. Bovendien willen we ook geen twee kapiteins op één schip. De komende jaren willen mijn broertje en ik bespreken wie het bedrijf overneemt. Ik verwacht dat we er wel uit komen.” Swart wil na haar studie eerst buitenshuis werken om werkervaring op te doen.
‘40 procent heeft geen opvolger’
„Circa 60 procent van de bedrijven heeft een opvolger en circa 40 procent niet. Niet alleen in de landbouw hebben veel bedrijven geen opvolger”, zegt Van Eckeveld. Overname buiten de familie komt steeds meer voor. Als je een goede opvolger kunt vinden, is dit een goede optie, volgens Van Eckeveld. Omdat de gunfactor van de familie ontbreekt, vraagt dit nog meer overleg en een langere voorbereiding. „Hier is de omvang van veel bedrijven een nadeel. Er moeten forse balansen worden overgenomen. De stimuleringsmaatregelen van de overheid, zoals het aangekondigde Vermogensversterkingskrediet zijn meer dan welkom”.
Een bezoeker had kritiek op de Jola (jonge landbouwersregeling) waarmee een jonge boer tot 40 jaar 20.000 euro subsidie kan krijgen wanneer hij of zij investeert in een duurzame innovatie zoals een windmolen of een welzijnsvloer in een melkveestal. „We willen de regeling wel in stand houden, maar we vinden dat die investeringslijst afgeschaft of verruimd moet worden omdat een jonge boer kort na een overname krap bij kas zit en niet de financiële middelen heeft om te investeren in bijvoorbeeld een windmolen”, reageerde Draaijer. Het NAJK heeft dit aangekaart bij het ministerie maar wacht nog op hun reactie.