Pilot: registratiesysteem agrarisch natuurbeheer landelijk uitrollen

Vorig jaar is er op dat vlak al een kleine pilot gedaan waar 143 boeren aan meededen, vertelt Carleen Weebers van BoerenNatuur. Dit jaar gaat de grote pilot 'Zuivel versterkt natuur en landschap' lopen. Hieraan doen 15 collectieven, 4 zuivelbedrijven en 383 melkveebedrijven mee.

Een deel van de deelnemende bedrijven ligt binnen de zogeheten leefgebieden, de door de provincies aangewezen gebieden voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer, en en deel daarvan ligt erbuiten. Nu is het nog zo dat alleen boeren binnen een ANLB-leefgebied (naast het Brusselse basisbedrag) in aanmerking kunnen komen voor aanvullende subsidie vanuit de provinciale potjes voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

Maar buiten die aangewezen gebieden zijn er ook veehouders die willen werken aan agrarisch natuurbeheer, stelt Weebers. Deelnemende bedrijven van buiten de ANLB-gebieden worden in de pilot met raad en daad bijgestaan vanuit de collectieven. „Die komen bijvoorbeeld bij de veehouder inventariseren waar de kansen liggen op het gebied van agrarisch natuurbeheer, en helpen ook met het invoeren van de resultaten in het registratiesysteem.”

Zuivelondernemingen

De vier participerende zuivelondernemingen zijn FrieslandCampina, Cono Kaasmakers, CZ Rouveen en De Graafstroom/DeltaMilk. Doel van de pilot is ook om de kennis over agrarisch natuurbeheer en organisatie van de agrarische collectieven breder in te zetten, voor alle melkveehouders. Daarom participeert ook de Duurzame Zuiveketen, het samenwerkingsverband van NZO en LTO.

Op basis van de kennis en ervaring die in de pilot wordt opgedaan, besluiten BoerenNatuur en de Duurzame Zuivelketen of het registratiesysteem voor agrarisch natuurbeheer van de collectieven volgend jaar landelijk dekkend kan worden uitgerold, ter beschikking van alle zuivelondernemingen en alle melkveehouders. Daarmee kunnen de zuivelondernemingen vervolgens het natuur- en landschapsbeheer door melkveehouders stimuleren via hun duurzaamheidsprogramma’s. Daar mag in de ogen van Carleen Weebers nog best iets gebeuren: „Binnen FoqusPlanet bijvoorbeeld levert agrarisch natuurbeheer je hooguit 200 tot 300 euro per jaar op, en weidegang twee- à drieduizend euro. Daar zit een factor 10 tussen; dat stimuleert weidegang veel meer dan agrarisch natuurbeheer.”