‘Werk vanggewas nu zo snel mogelijk onder’
Dat stelt de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV). „Met name in het blad van de groenbemester ligt stikstof vastgelegd, aldus de CBGV. Om deze stikstof te kunnen benutten, moet de groenbemester worden vernietigd, waardoor de vertering van de plantenresten kan beginnen en de stikstof geleidelijk vrij kan komen. Na ongeveer 3 maanden is de stikstofbeschikbaarheid maximaal. Door op tijd – uiterlijk 1 april – de groenbemester aan te pakken, komt de stikstof op tijd beschikbaar voor het nieuwe gewas.”
Door de stikstof in het vanggewas, hoeven boeren minder stikstof uit mest op het land te brengen. Per 10 centimeter gewashoogte hoeft er 20 kilo minder stikstof op het land.
Voor 1 april vernietigen
Het vanggewas laten staan tot na 1 april levert diverse nadelen op, schrijft de commissie. „De stikstof uit het vanggewas komt te laat beschikbaar, waardoor het risico op nitraatuitspoeling groter is en minder op de stikstofgift uit mest kan worden bespaard. Het vanggewas gebruikt daarbij vocht uit de bouwvoor, dat niet meer beschikbaar is voor de maïs. Zeker op droge gronden kost dat maïsopbrengst. Daarbij groeit het vanggewas na 1 april wel door, maar heeft het weinig stikstof tot zijn beschikking. Daardoor stijgt de C/N-verhouding (verhouding koolstof ten opzichte van stikstof). Het duurt langer voordat een gewas met een hogere C/N-verhouding verteert.
De CBVG adviseert het vanggewas te verkleinen en goed te mengen met de toplaag om de mineralisatie goed op gang te laten komen. Liefst ziet de commissie de bovengrondse delen gescheiden van de wortels. Dat kan bijvoorbeeld door te frezen met een hakenfrees. Bij een massaal gewas kun je ervoor kiezen om voor het onderwerken te maaien met een klepelmaaier. Doodspuiten met glyfosaat kan ook, maar de CBVG adviseert het gebruik hiervan zoveel mogelijk te vermijden.
Boeren die het vanggewas graag willen oogsten in verband met een krappe ruwvoervoorziening, doen er verstandig aan om begin april te maaien, aldus de commissie. Oogsten heeft echter niet de voorkeur, omdat het zaaibed bij een vanggewas vaak niet erg egaal is, waardoor veel zand in het geoogste gewas kan komen.
Tekst: Geert van den Biggelaar
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in Noord-Brabant. Studeerde veehouderij aan de HAS in ’s-Hertogenbosch vervolgens dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit. Sinds 2016 parttime melkveehouder en parttime redacteur bij Agrio. Verantwoordelijk voor melkvee-gerelateerde onderwerpen in vakblad Melkvee, website Melkvee.nl en de regiobladen.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Verantwoorde Veehouderij