Nieuw overleg over stalregistratie
Dijksma wil registreren hoeveel dieren op stal staan om zo beter de stikstofemissies te bepalen en zo tot een nauwkeurigere uitgifte van ontwikkelingsruimte te komen. Vergunningen geven niet altijd een goed beeld, stelt de staatssecretaris.
Omdat die vaak voor meer dieren zijn aangevraagd dan er werkelijk in de stal zitten. Als de milieuruimte op vergunningen wordt gebaseerd, is die dus kleiner dan wanneer daarvoor het werkelijke aantal dieren in de stallen wordt genomen.
Volgens de staatssecretaris komt een stalregistratie dus de boeren zelf ten goede; die zorgt er tenslotte voor dat er meer ontwikkelingsruimte komt.
Gegevens zijn openbaar
Maar boeren zijn er niet gerust op. Ondanks toezeggingen van Dijksma dat de gegevens voor stalregistratie niet gebruikt zullen worden voor handhaving. Maar zorgen bestaan dat gemeentes en provincies de gegevens toch zullen gebruiken om dat wel te doen. Ook omdat de registratie maar een momentopname is en de situatie een paar maanden later alweer anders kan zijn.
Ook zijn er zorgen over de anonimiteit van gegevens. Volgens internationale verdragen is de overheid verplicht om milieugegevens openbaar te maken. De gegevens over stalregistratie vallen daar ook onder. De persoonsgegevens kan Dijksma anonimiseren, maar het perceel niet. De kans is dan dat milieu-actiegroepen daar gebruik van gaan maken.
Om de tafel
In de Tweede Kamer vroeg Jaco Geurts daarom nogmaals of de staatssecretaris wil afzien van de verplichte stalregistratie. Dat wilde ze niet, maar ze zegde toe op korte termijn, voor 15 mei, daarover met de landbouwsector om tafel te gaan zitten. „Ik ben ervan overtuigd dat ik hen kan overtuigen dat de registratie uiteindelijk in hun voordeel is”, zei ze.
Op de vraag of, als het gesprek anders loopt, de stalregistratie niet wordt meegenomen in de Gecombineerde Opgave, wilde ze niet vooruitlopen. „Laten we eerst het gesprek maar afwachten”, gaf ze als antwoord.