Teelt eiwithoudende gewassen in opmars
Uit de voorlopige resultaten van de CBS-landbouwtelling blijkt dat het areaal eiwithoudende (voeder)gewassen vorig jaar 9.000 hectare besloeg. Dat komt neer op een groei van 38 procent over de afgelopen 10 jaar. Met name de laatste vier jaar neemt het areaal duidelijk toe. „Het lijkt erop dat er zo langzamerhand wat stappen worden gezet in die richting”, stelt landbouwspecialist Cor Pierik van het Centraal Bureau Statistiek, duidend op het stimuleren van de teelt van eiwit van eigen grond.
Binnen de 9000 hectare eiwitrijke gewassen is luzerne het grootste gewas, met een areaal van 7.500 hectare. Daarvan staat 945 hectare op melkveebedrijven. Het leeuwendeel wordt geteeld door akkerbouwers. De oppervlakte luzerne is de laatste jaren nauwelijks gegroeid, aldus het CBS.
Sojateelt vervijfvoudigd
Groei zit er wel duidelijk bij de sojabonen. Het areaal soja beslaat inmiddels 540 hectare; een vervijfvoudiging vergeleken met de ruim 100 hectare in 2014. Vooral coöperatie Agrifirm maakt zich sterk voor de teelt van Nedersoja. Agrifirm speelt in op de toenemende belangstelling voor (de productie van) Vlog-melk, en op de kringloopgedachte: grondstoffen voor veevoer dicht bij huis telen. Een belangrijke hobbel op de weg naar Europese of Nedersoja is nog de opbrengst per hectare. Het streven ligt op minimaal 8 ton, maar dat halen de meeste Europese rassen nu nog niet.
Bescheiden Europees areaal
In 2018 bedroeg het areaal sojabonen in de Europese Unie 901.000 hectare. Koploper is Italië met 259.000 hectare, gevolgd door Servië (196.500 ha) en Roemenië (173.000 ha). Maar in vergelijking met de grote soja-producerende landen is het Europa met 0,9 miljoen hectare maar een heel kleine speler. Ranglijstaanvoerders zijn de Verenigde Staten met 33,5 miljoen hectare, Brazilië met 33,2 miljoen en Argentinië met 19,5 miljoen hectare, blijkens de jongste cijfers uit 2016.
Veldbonen, voedererwten en lupine
Ook veldbonen mogen zich verheugen in een toenemende belangstelling. Hier is het areaal gegroeid van 280 hectare in 2014 naar 710 hectare in 2018. Daarnaast werden er vorig jaar 257 hectare voedererwten geteeld (– 5,8 procent ten opzichte van 2017) en 56 hectare lupine (+ 5 procent). Lupine wordt overigens niet alleen voor veevoer geteeld. De lupinebonen doen ook dienst als grondstof voor vleesvervangers.
Snijmaïs
Ondanks toename van het areaal eiwitrijke voedergewassen blijft het in z'n totaal maar heel beperkt van omvang, nuanceert Cor Pierik. „Zeker in vergelijking met de 205.000 hectare snijmaïs van 2018.”
Overigens heeft het imposante areaal snijmaïs in het afgelopen decennium wel circa 20 procent aan omvang ingeboet: op z'n top, in 2008, stond er 243.000 hectare snijmaïs. De teruggang van het maïsareaal is voornamelijk toe te schrijven aan de aangescherpte derogatienorm, van 70 naar 80 procent grasland.
Van de ruim 200.000 hectare snijmaïs staat pakweg de helft bij melkveehouders. De andere helft wordt verbouwd door akkerbouwers en de laatste jaren in toenemende mate ook door wat het CBS aanduidt als graasdierbedrijven. Pierik: „Dat zijn veelal bedrijven die aan het afbouwen zijn. Die hebben nog een paar hectare grond en scharen daar dieren op in. Vaak telen die ook wat maïs, of verhuren de grond daarvoor.”