Firma Dekker: ‘Eigen index met resistentie tegen Mortellaro en zoolzweren’
Vindt uw organisatie de levensduur van de koeien belangrijk en waarom?
Door invoering van het fosfaatrechtensysteem in Nederland wordt de levensduur van koeien steeds belangrijker. De kosten van de jongveeopfok zijn sterk gestegen, waardoor veel veehouders het aantal stuks jongvee ter vervanging van de melkveestapel zoveel mogelijk willen reduceren. Om dit te bereiken, is het echter wel nodig om gedwongen afvoer pas zo laat mogelijk te laten plaatsvinden en derhalve te fokken op zoveel mogelijk levensduurdagen. Naast levensduur, dat een algemeen kenmerk is, kunnen managementfactoren op individuele bedrijven een dusdanige rol spelen dat individuele kenmerken belangrijker zijn dan de algemene fokwaarde levensduur.
Wat doet uw organisatie hieraan via de fokkerij?
Naast de kenmerken die worden omgerekend door Interbull, heeft Genes Diffusion een eigen index voor een aantal kenmerken die weliswaar niet worden omgerekend, maar wel van invloed zijn op de levensduur van koeien. Enkele van deze kenmerken zijn bijvoorbeeld de resistentie tegen Mortellaro en zoolzweren die wordt meegenomen in de GD Merit, een index die naast productie (40%) en exterieur (10%) voor de helft uit secundaire kenmerken bestaat waaronder vruchtbaarheid (20%), uiergezondheid (15%) en klauwgezondheid (12,5%). Aangezien deze secundaire kenmerken veelal bepalend zijn voor het moment van afvoer, worden deze steeds belangrijker en wordt inzet van stieren binnen GD bepaald op basis van deze GD Merit (het gewicht van productie en met name exterieur binnen deze index wordt steeds minder). Het streven naar een hoge levensduur, omwille van kostenbesparing en maatschappelijke druk, speelt in alle toonaangevende fokkerijlanden waar tevens de rentabiliteit van de melkveehouderij onder druk staat, dus ook binnen Frankrijk.
Wat zal de gemiddelde leeftijd zijn over 10 jaar?
De gemiddelde leeftijd kan jaarlijks wel met 1,5 maand toenemen, waardoor ik verwacht dat koeien over 10 jaar minimaal één lactatie langer meegaan dan nu. Ook hieraan zit echter wel een grens. Men kan immers de afvoer zover vooruitschuiven dat de koe op een bepaald moment geen economische bijdrage meer levert aan het geheel, maar nog wel in leven blijft. De kunst is om de levensduur te verhogen door gedwongen afvoer op een zo hoog mogelijke leeftijd te laten plaatsvinden, zonder dat dit ten koste gaat van het rendement.
Geven de huidige fokwaarden en andere instrumenten voldoende mogelijkheden om vooruitgang te boeken?
Vooruitgang is nog steeds mogelijk en gebeurt ook nog steeds, maar fokken op basis van het kenmerk levensduur alleen is te eenzijdig. De fokwaarde levensduur voor een jonge stier is een fokwaarde die berekend wordt op basis van de wetenschap van nu. Naast de eerder genoemde managementfactoren die per bedrijf verschillen, hebben we ook te maken met maatschappelijke en politieke factoren die in de nabije toekomst een rol gaan spelen. Weidegang, blijvend grasland voor binding van CO2 en het streven naar 65 procent eiwit van eigen grond, vraagt een koe die zoveel mogelijk eiwit uit het ruwvoer kan benutten. Om dit te bewerkstelligen, moet een koe wel voldoende ruimte in het skelet hebben en de nodige capaciteit bezitten om ook veel ruwvoer op te nemen. Koeien die niet in staat zijn om veel ruwvoer op te nemen, zullen in dit systeem minder geschikt zijn en eerder afgevoerd worden, met een lagere fokwaarde voor levensduur tot gevolg.
Zijn er nog andere mogelijkheden of data nodig om de levensduur sneller en of beter in beeld te krijgen?
Bij de stierkeuze van vandaag moet men de ideale koe voor ogen nemen die men over 3 jaar wil melken onder de dan geldende omstandigheden, die zowel door de veehouder zelf, alsook door maatschappelijke en politieke veranderingen kunnen afwijken van de huidige situatie. Aangezien dergelijke veranderingen (nog) niet worden ingewogen bij de huidige berekening van de fokwaarde levensduur, dient de blik ook niet te eenzijdig hierop gericht te zijn, maar moeten andere factoren ook altijd bepalend zijn bij de stierkeuze. Veehouders moeten beseffen dat levensduurcijfers worden berekend met de kennis van vandaag, terwijl de omstandigheden over drie jaar het uiteindelijke resultaat bepalen.
Aanmelden voor het symposium? Klik hier.
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Ingrid Sweers