Grassenbestand verandert door berijden
Kan gras tegen 30 keer berijden?
Elk grasperceel heeft het zwaar te verduren en wordt al gauw 30 keer per jaar bereden.
Van structuurschade en insporing op maisland zijn veel veehouders zich bewust. Echter ons grasland wordt vele malen vaker bereden en vaak met net zo’n zware machines en ook niet altijd op een optimaal moment. De mest moet immers in het voorjaar als het even kan zo vroeg mogelijk het veld op. Verder is de trend naar grotere machines met meer capaciteit.
Meer ruwbeemd in bandenspoor
Duits onderzoek laat zien dat het grassenbestand in het rijspoor anders is dan in het volle veld. Het aandeel ruwbeemd is 1,8 keer hoger in het rijspoor en voor kweek kan dit oplopen tot 2,3 keer. Ruwbeemd groeit al bij lagere temperaturen dan Engels raaigras en kan hierdoor open plekken snel opvullen in het voorjaar.
Door de bodemverdichting in het rijspoor kunnen graswortels veel lastiger doordringen en is het zuurstof gehalte in de bodem lager. Ruwbeemd heeft hier veel minder last van aangezien 90% van de wortels zich in de 1e 10 cm van de bodem bevinden en het vaak niet dieper wortelt dan 3 a 4 cm.
Na verloop van tijd worden de rijsporen wel weer groen door het ruwbeemd en lijken de problemen verholpen. Echter de opbrengst en voederwaarde van ruwbeemd is vele male lager dan die van goede grassen zoals Engels raaigras.
Het ondiep wortelend en daarnaast ook bovengronds uitlopende ruwbeemd draagt amper bij aan de draagkracht van zode en bodem. Op deze manier zal ook de volgende maaisnede of beweiding weer problemen geven en zal het aandeel ruwbeemd steeds verder om zich heen grijpen.
Rasverschillen bij berijden
In de veredeling zijn duidelijke verschillen te zien in de tolerantie bij berijden en betreden. Het ene Engels raaigras kan er beter mee omgaan dan de andere. DSV zaden scoort in de grasproeven voor deze kenmerken. Actueel voorbeeld is het berijden in de winterperiode zoals in Duitsland voorkomt. Maar ook in de zomer periode worden rasverschillen gescoord en meegenomen in de selectie.
Standvastigheid en herstellend vermogen belangrijk
Deze selecties resulteren in rassen welke hoger scoren voor standvastigheid, winterhardheid en herstellend vermogen. De DSV COUNTRY-mengsels hebben hoge scores voor deze parameters.
Doordat ruwbeemd ondiep wortelt is het relatief eenvoudig om met een wiedeg het ruwbeemd uit de zode te trekken. Bij grasland onderhoud d.m.v. wiedeggen is het van belang dit consequent te doen, wanneer ruwbeemd na verloop van tijd diep genoeg wortelt wordt het lastiger deze er uit te trekken. Advies is daarnaast om altijd 20-25 kg tetraploïd Engels raaigras, zoals COUNTRY Super Doorzaai, bij te zaaien om zo de open plekken opnieuw te vullen met goed gras.
Tekst: DSV Zaden