GD beaamt: fosforgehalte in melk hoog

Ongeveer 20 procent van de melkveehouders in Nederland neemt deel aan de GD-mineralencheck. Bij hen worden automatisch twee, vier of zes keer per jaar monsters tankmelk opgehaald en onderzocht. Bij deze check onderzoekt de GD de melk op spoorelementen jodium, seleen, koper en zink. Sinds januari 2018 wordt ook het fosforgehalte via tankmelkmonsters gemeten.
De door de GD gemeten fosforgehaltes waren al bekend gemaakt door een actie van melkveehouder Alfred Scholten. Door het naast elkaar leggen van de GD-gegevens van drieduizend boeren kwam hij tot een gemiddeld fosforgehalte van 1,14 gram per liter. De officiële GD-cijfers verschillen hier dus nauwelijks van; ook deze cijfers laten een groot verschil zien met de 0,97 gram per liter waar de overheid mee rekent bij het vaststellen van de fosfaatexcretie.
Schouten probeert generieke korting te vermijden
Het ministerie van LNV geeft aan dat een aanpassing van de forfaits zal leiden tot een overschrijding van het fosfaatplafond. Er zou dan weer een nieuwe generieke korting nodig zijn om die overschrijding ongedaan te maken, en dat wil de minister niet doen.
„De fosfaatproductie per koe is forfaitair vastgelegd”, legt een woordvoerder van de minister uit, „maar de totale fosfaatproductie wordt niet forfaitair bepaald. Die wordt door het CBS berekend op basis van werkelijke, actuele gegevens.” En daardoor kan het komen dat, wanneer de forfaits worden aangepast, boeren meer koeien gaan houden. De werkelijke hoeveelheid fosfaatexcretie zal dan stijgen.
Minister Schouten wil daarom eerst de hoeveelheid fosfaatrechten in de markt terugbrengen voordat een actualisatie van de forfaits aan de orde is.