Grotere concentratie ammoniak door schone lucht
Ammoniak-emissies zijn volgens de berekeningen de laatste tien jaar gedaald (alhoewel die daling sinds 2015 is gestopt). Metingen van de ammoniak-concentratie in de lucht laten die daling echter niet zien. Daarmee ligt de geloofwaardigheid van het gebruikte model al een tijd onder vuur.
In een deze week aan de Tweede Kamer toegestuurd rapport probeert het RIVM een verklaring te geven voor het gat tussen de berekeningen en de metingen. Een eenduidige oorzaak geeft het rapport niet; in plaats daarvan noemt het een aantal oorzaken.
De belangrijkste is wel dat de lucht in Nederland schoner is geworden. Ammoniak hecht zich in de atmosfeer aan zwavel- en stikstofdioxide, waarna het als fijnstof neerslaat, en voor verzuring zorgt. Maar door maatregelen om de lucht schoner te maken, zijn er minder zwavel- en stikstofdioxide te vinden, waardoor er minder ammoniak gebonden kan worden. Deze schonere lucht verklaart volgens de onderzoekers 40 procent van het verschil.
Afnemende verzuring
Een verdere 20 procent heeft hier direct mee te maken. Stikstof- en zwaveldioxide maken het aardoppervlak en het oppervlak van gewassen namelijk ook zuurder, en ammoniak hecht zich makkelijker aan zure oppervlakken. Doordat die verzuring afneemt, blijft er minder ammoniak achter op deze oppervlakken en blijft er meer in de lucht zweven.
Een verdere 5 procent is te wijten aan veranderende weersomstandigheden, en 10 procent ligt volgens de onderzoekers aan veranderingen in de verspreiding van emissies uit stallen en bij het aanwenden van mest.
Minder emissie-arm dan gedacht
Daarmee wordt driekwart van het gat verklaard. Over de overige 25 procent heerst nog onzekerheid. In een afzonderlijk, maar gerelateerd rapport, doet de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) een poging. Volgens hen ligt de oorzaak hiervoor bij onzekerheden in de emissiebronnen. De commissie heeft drie emissiebronnen geïdentificeerd waarvoor de gebruikte data onzeker zijn.
De CDM twijfelt of emissie-arme stallen wel zo emissie-arm zijn als wordt verondersteld. „Er zijn indicaties dat de beoogde reductie in de praktijk niet wordt gehaald”, schrijft ze.
Daarnaast ziet de commissie indicaties dat er minder mest buiten Nederland wordt afgezet dan gerapporteerd. En tenslotte zet de commissie vraagtekens bij de emissie-arme mesttoediening - die zou in de praktijk minder arm zijn dan waar de modellen van uitgaan.
„Bij een combinatie van deze veranderingen is er amper meer sprake van een daling van de emissie in de periode 2007-2013”, concludeert de CDM. Zij adviseert om verder onderzoek te doen om zo de onzekerheden in de emissiedata weg te nemen.
In gesprek met sector
„Het mest- en ammoniakbeleid is erg technisch en ingewikkeld geworden”, schrijft minister Schouten in de begeleidingsbrief waarmee ze de rapporten aan de Tweede Kamer aanbiedt. Ze ziet dat het vertrouwen in dit beleid is verdwenen. „Dit vraagt extra inspanningen door mijn ministerie en door de betrokken instellingen om de maatregelen en de onderbouwing daarvan goed uit te leggen.”
In een separaat rapport beveelt het Rathenau Instituut aan om de discussie over het beleid niet te beperken tot de wetenschappelijke context maar om met de sector aan tafel te gaan en de discussie te verbreden tot de bredere context van normen en waarden. Die aanbevelingen, stelt Schouten, sluiten goed aan bij het traject tot uitvoering van haar landbouwvisie, en die neemt ze dus mee.
Vredepeel
De minister gaat apart in op de locatie van meetstation Vredepeel. In het rapport 'Ammoniak in Nederland: een noordoostelijke spelbreker' concludeerden journaliste Geesje Rotgers en onderzoeker Jaap Hanekamp vorig jaar dat dit station te dicht in de buurt van een pluimveehouderij lag om goede metingen te doen. „Dit meetpunt wordt niet gebruikt in de kalibratie van depositieberekningen, maar louter bij het bepalen van de trend in ammoniakconcentraties”, schrijft Schouten. Maar ze ziet dat de locatie vragen oproept, en zal daarom nagaan wat de mogelijkheden en de voor- en nadelen zijn van een verplaatsing van dit meetpunt.