Column: Worden wij benadeeld?
In Nederland hebben wij een succesvolle landbouw met een prominente exportpositie. Wij als melkveehouders profiteren volop van de interne Europese markt waar veel van onze hoogwaardige zuivel heen gaat. Bekend is dat met respect, maar ook verbazing, wordt gekeken vanuit Brussel hoe wij dit allemaal bewerkstelligen. De situatie is dat wij als land tegen meerdere milieugrenzen aanschuren. Over of deze grenzen terecht zijn en of de modellen die er voor worden gebruikt altijd juist zijn, kunnen wij heel lang discussiëren.
Iets wat juist ook zwaar in het nadeel van onze sectoren en exportpositie kan uitpakken. Een mooi voorbeeld is de recente discussie rond de fosfaatexcretie forfaits. Op social media ging een berichtje rond dat Nederland werd benadeeld ten opzicht van België. De reacties hierop waren veel in de negatieve teneur; ‘zie je wel, wij worden benadeeld door de overheden.’
Wanneer dit oprecht zo zou zijn, dan mag u van LTO verwachten dat wij hier vol tegen in gaan. Het is best een uitdaging als LTO-bestuurder om tegenwoordig in het moeras van de social media te duiden hoe zaken tot stand komen. De wetenschappelijke onderbouwing van cijfers dient te gebeuren door de overheid of de wetenschappers die deze hebben opgesteld. Deze cijfers roepen soms inderdaad reacties op en leiden zelfs tot vragen uit Brussel.
De fosfaatexcretie wordt voor ieder land afzonderlijk berekend. Bovendien, in België hebben Vlaanderen en Wallonië afzonderlijk een excretie. In Duitsland heeft zelfs iedere deelstaat haar eigen excretieberekening.
In Nederland doen wij dit via een landelijke berekening, van waaruit de fosfaatexcretie per koe wordt vastgesteld. Hierdoor kan ons getal afwijken van het getal in België. Productieniveaus en rantsoenen hebben een grote invloed op de fosfaatexcretie. Zo wordt er in België veel meer snijmais gevoerd en is in Ierland de productie per koe veel lager. Hierdoor hebben dergelijke landen een lagere gemiddelde fosfaatexcretie per koe. Het neemt niet weg dat wij in Nederland inmiddels, mede dankzij het voerspoor, flinke stappen maken. Het huidige getal is een gemiddelde van 2011, 2012 en 2013. Eerlijk gezegd zaten wij in 2014 zelfs boven dat gemiddelde, door fosfaatrijke graskuilen. Maar de laatste jaren dankzij het voerspoor juist eronder.
Naast fosfaat wordt ook voor stikstof een berekening gemaakt. Hier zijn op dit moment meer zorgen over in onze sector. Iets wat ons als vakgroep melkveehouderij bezighoudt. Kennis die wij hebben opgedaan via Koeien en Kansen laat zien dat wij als sector nog flinke winst kunnen boeken op stikstof en fosfaatefficiëntie. Veelal leidt dit ook nog tot een beter inkomen voor melkveehouders. Hier willen wij ons dan ook volop voor inzetten dat wij als ondernemers zelf de mogelijkheid krijgen om beloond te worden voor minder verliezen in de stikstof- en fosfaatkringloop.
Mijn conclusie in deze: worden wij benadeeld, nee. Kan het systeem beter, ja.
Tekst: Henk Schoonvelde
Beeld: Ellen Meinen