Hoogleraar bedenkt antibioticaloze mastitisbestrijdingsmethode
Herman de Boer is als hoogleraar betrokken bij onderzoeken op het gebied van rundergezondheid en met name uiergezondheid. „Antibiotica zijn jarenlang gebruikt als gereedschap om infecties aan te pakken. Ze werkten prima, maar ik heb ook gezien - al was het destijds in een laboratoriumomgeving - dat bacteriën zich snel kunnen aanpassen en resistentie kunnen ontwikkelen, vaak binnen een paar dagen.”
Gebruik maken van afweer van koe
„Vrijwel alle melkveehouders realiseren zich ook dat te veel antibiotica kunnen leiden tot resistentie. Ze willen er wel van af, maar weten niet hoe. Door gesprekken met boeren raakte ik er steeds meer van overtuigd dat er mogelijkheden lagen in het inzetten van het afweersysteem van de koe zelf”, vertelt De Boer.
Grote handicap in een effectieve koe-eigen aanpak van uierinfecties is de letterlijke barrière tussen het uierweefsel en de rest van de koe. De Boer: „Koeien zijn sterke dieren. Kijk maar eens hoe het dier zich, letterlijk, staande houdt bij een keizersnede. Het vreet rustig door terwijl er een kalf uit wordt gehaald. Ook haar afweersysteem is zeer sterk. De vele afweercellen die met een infectie in de rest van het dier worden aangemaakt, kunnen echter moeilijk via de bloedbaan in de uier komen. Het duurt een week voor de afweercellen er zijn. De bacteriën, die zich eens per dertig minuten verdubbelen, hebben dan al een enorme voorsprong”, aldus de hoogleraar. „De infectie blijft daardoor bestaan en afweercellen en infectie voeren wisselend de boventoon. Zo blijft de infectie subklinisch, met een verhoogde kans dat de infectie klinisch wordt. Een boer moet dan met antibiotica aan de slag, met een groot risico op weefselschade en een verlies - tijdelijk of permanent - van melkproductie.”
Lichaamseigen cellen
Met het gegeven dat de afweer niet op tijd bij de infectie kan komen, is De Boer aan de slag gegaan. Na jaren van onderzoek is intussen een methode ontwikkeld waarmee uit een kleine hoeveelheid bloed voldoende immuuncellen worden gehaald, die kunnen worden ingebracht in het ontstoken kwartier. „Het gaat dus om diereigen cellen, die specifiek tegen die betreffende besmetting werken. In het laboratorium hebben we aangetoond dat die immuuncellen de bacteriën de nek omdraaien.”
Na vier jaar is het moment aangebroken om de methode in praktijk te brengen. Er is een apparaat ontwikkeld dat binnen een halfuur uit enkele buisjes bloed voldoende immuuncellen kan halen die geschikt zijn om in te spuiten in het geïnfecteerde kwartier.
Geen registratie nodig
Doordat de methode gebruik maakt van lichaamseigen stoffen, zijn er geen ingewikkelde registratieprocedures te doorlopen, legt De Boer uit. „Het gaat niet om een geneesmiddel, maar om een behandelmethode. Mede hierdoor verwachten we dat de behandeling relatief gemakkelijk in praktijk kan worden gebracht.”
Zover is het nog niet. Eerst moet blijken hoe snel infecties aangepakt kunnen worden en hoeveel behandelingen er nodig zijn. „Ook moet nog duidelijk worden of een vervolgbehandeling nodig is, en hoeveel tijd er tussen twee behandelingen moet zijn om de infectie afdoende te bestrijden.” Over hoeveel tijd het kost om de behandeling praktijkrijp te krijgen, is de hoogleraar voorzichtig. ,,We gaan uit van enkele jaren.”
Tekst: Geert van den Biggelaar
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in Noord-Brabant. Studeerde veehouderij aan de HAS in ’s-Hertogenbosch vervolgens dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit. Sinds 2016 parttime melkveehouder en parttime redacteur bij Agrio. Verantwoordelijk voor melkvee-gerelateerde onderwerpen in vakblad Melkvee, website Melkvee.nl en de regiobladen.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Het Friesch Dagblad