NVO integreert verwantschapsgraad in Totaal Index Praktijk
Het artikel ‘Genomics brengt voortbestaan Holstein in gevaar’ in het vakblad Melkvee van juni dit jaar, vormt de directe aanleiding voor de aanpassing, zo geeft Joop Olieman van de NVO aan. „Het huidige fokwaardensysteem dwingt de KI’s min of meer om nieuwe stieren te zoeken binnen de veelgebruikte afstammingen en koefamilies om daarmee hoge totaalindexen te verkrijgen. We zetten deze stap om daarmee een voorbeeld te tonen van hoe deze trend omgebogen zou kunnen worden.”
Alle gangbare zwartbonte Holstein-stieren bij elkaar hebben een verwantschapsgraad van gemiddeld 10,7 procent. Per december krijgen stieren met een hogere verwantschap 21 TIP-punten aftrek per 1 procent verwantschapsgraad. Olieman geeft aan dat een stier met bijvoorbeeld 12 procent verwantschap bij willekeurig gebruik op koeien van hetzelfde ras leidt tot een gemiddelde inteelt van 6 procent (de helft).
‘Outcross stieren komen zo naar boven’
Hoger dan gemiddeld verwante stieren krijgen in de nieuwe TIP strafpunten en lager dan gemiddelde stieren bonuspunten. „Outcross stieren zullen daardoor naar boven komen en hopelijk meer kans krijgen”, aldus Olieman. Hij wijst erop dat bepaalde stieren met een hogere verwantschap binnen qua bloedvoering afwijkende veestapels prima kunnen passen. „Daarom past het bij onze algemene aanbevelingen om je bij het kiezen van paringen niet te laten leiden door de TIP, maar door de onderliggende fokwaarden en de specifieke afstamming van koe en stier.”
De TIP is wel geschikt voor het maken van ranglijsten die de economische waarde voor de Nederlandse markt weergeven met het accent op productie en levensduur, aldus Olieman. De economische waarde wordt nu versterkt, omdat inteelt ook een economisch effect vertegenwoordigt. De zogenaamde inteeltdepressie zorgt bijvoorbeeld voor een kortere levensduur, een lagere productie en een verminderde vruchtbaarheid.
Verwantschap bij roodbont lager
Waar de gemiddelde verwantschap bij zwartbont op 10,7 ligt, ligt die bij roodbont op 9,1. Dat betekent dat roodbonte stieren met die populatie worden vergeleken. Bij een aantal andere rassen zijn nog geen verwantschapsgraden beschikbaar. Daarom heeft de NVO besloten om de verwantschapsverrekening voortaan alleen toe te passen bij zwartbonte en roodbonte Holsteins. „Het is een innovatieve benadering waarvan we nu moeten zien hoe die in de praktijk uitpakt. Het kan zijn dat er bij de komende draaien nog aanpassingen nodig zijn”, aldus Olieman.
In de decembereditie van vakblad Melkvee die op 22 december verschijnt, staan de stieren volgens de gewijzigde Totaal Index Praktijk gerangschikt.
Tekst: Anne Hiemstra