Geen wetgeving tegen agrarische leegstand
Zij kennen de plaatselijke situatie en kunnen daardoor betere beslissingen nemen. Schultz schrijft dat in antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer.
Het probleem van leegstand van agrarische gebouwen in het landelijk gebied is groot vanwege het groot aantal gebouwen wat leeg staat of leeg komt te staan, het aantal betrokken agrariërs en de noodzaak vrijkomende ruimte opnieuw te bestemmen.
Voorkom verpaupering
Dit met het oog op de behoefte aan schaalvergroting van overblijvende agrarische bedrijven, gecombineerd met sloop van gebouwen die niet geschikt zijn voor hergebruik en de zorg dat het buitengebied er niet verpauperd komt uit te zien.
Volgens Schultz is een gezamenlijke aanpak belangrijk, waarin onder meer provincies, LTO en de slopersbranche samenwerken. Op landelijk niveau zijn behalve het ministerie van Infrastructuur en Milieu ook ministeries van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken betrokken.
Faciliterende rol
De landelijke overheid ziet voor zichzelf een faciliterende rol waarbij de andere betrokken overheden vooral ondersteund worden via kennisoverdracht. Wanneer daar gaandeweg in het traject aanleiding voor blijkt te zijn, kan de landelijke overheid deze faciliterende rol ook invullen met meer concrete acties zoals het inzetten van het wetgeving.
Dit is bijvoorbeeld ook gebeurd bij de Plattelandswoningen. Het is echter nog te vroeg om daarover nu al uitspraken te doen, aldus Schultz.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Ruth van Schriek, Ellen Meinen