EMB-rapport: melkprijs dekt al jaren de kosten niet
De EMB heeft het Duitse onderzoeksbureau BAL gevraagd om de melkproductiekosten in Duitsland, Nederland, België, Frankrijk, Luxemburg en Denemarken op een rijtje te zetten en die te vergelijken met de uitbetaalde melkprijs. Deze zes landen zijn samen goed voor 81 miljard kilo melk, oftewel de helft van de EU-melkproductie in 2016.
Gerekend over de periode 2012 – 2016 was de melkprijs voor Nederlandse en Duitse boeren gemiddeld 21 en 20 procent te laag om alle kosten te dekken. Voor Franse en Belgische boeren was de melkprijs 27 procent te laag. In Luxemburg was het tekort 24 procent en in Denemarken 14 procent. Voor 2017 zijn de cijfers iets verbeterd, maar nog steeds varieert het tekort van 5 procent in Denemarken tot 24 procent in Frankrijk. Nederlandse boeren komen 16 procent te kort. Daarbij zijn benodigde investeringen in het bedrijf in 2017 nog niet meegerekend.
Alarmbellen
„Dit rapport moet alle alarmbellen laten rinkelen”, zegt vice-voorzitter Sieta van Keimpema van de EMB. „De opbrengstprijs dekt in een aantal jaren niet eens de vaste kosten. Vanuit de overheid en de zuivel worden elke keer hogere eisen opgelegd, maar die worden niet vergoed door de melkprijs.”
Het wordt hoog tijd dat de Nederlandse overheid meer ruimte schept voor co-financiering, stelt ze. „Nederland is netto-betaler aan de EU, maar men laat veel geld liggen in Brussel. De Nederlandse melkveehouder krijgt nog geen 2 cent subsidie per liter melk; een boer in Luxemburg beurt 7,5 cent subsidie per liter.”
Nauwelijks jonge boeren
Tekenend is dat het aantal jonge boeren (onder de 35 jaar) in Nederland in 2014 slechts 1,68 procent was. De categorie tussen de 35 en de 44 is nog geen 10 procent. „De melk wordt geproduceerd door oudere boeren; opvolgers zijn er niet. Dat is het gevolg van de lage opbrengstprijzen. Daar gaan straks gaten vallen in Nederland”, aldus Van Keimpema.
De EMB kwam vorig jaar met een vergelijkbare studie naar buiten. Daar werd toen door zowel de overheid als de zuivel heel laconiek op gereageerd, volgens de melkveehoudster. „Zo van: zo lang de boeren nog doorgaan, zal het wel meevallen. Maar heel veel boeren hebben een partner met een baan, daar wordt in het voorhuis van geleefd. Dat is verkeerd; je moet kunnen leven van je bedrijf.”
Het complete (Engelstalige) rapport is hier te downloaden.
