'RVO kan niet sneller werken inzake fosfaatrechten'
Van der Burg deed zijn uitspraken bij een technische briefing in de Tweede Kamer, waar de voltallige Landbouwcommissie was uitgerukt om te luisteren waarom zoveel boeren nog steeds geen zekerheid hebben over het aantal aan hen toebedeelde fosfaatrechten. Dat was een combinatie van een te lage inschatting van de hoeveelheid bezwaren en beroepsprocedures, en een verandering van de regels tijdens het proces, vertelde de RVO-directeur herhaaldelijk. Net zoals hij herhaalde dat zijn medewerkers zeker ook geraakt werden door de verhalen van de boeren die ze aan de lijn hadden, en dat zijn organisatie moest balanceren tussen de individuele belangen van die boeren en het collectieve belang van de sector. „Dat vraagt een zorgvuldige behandeling,” zei hij, „en dat kost tijd.” Het kost vooral tijd van ervaren krachten, betoogde hij; veel gevallen zijn te complex voor de nieuw ingevlogen werknemers. Maar die ervaren krachten zijn tegelijk ook nodig om de nieuwe werknemers in te werken.
Veel meer bezwaren dan verwacht
Om een indruk te geven van het werk dat op de instantie was afgekomen gaf hij wat cijfers. Hij maakte daarbij onderscheid tussen de afhandeling van de fosfaatreductie en die van fosfaatrechten. Voor de fosfaatreductie heeft RVO bijna 20.000 telefoontjes en e-mails gehad, vertelde hij. De afdeling heeft 90.000 besluiten genomen. Daarop hadden ze 3.000 bezwaren verwacht, op basis van gesprekken met Zuivel.nl en de NZO, en 200 beroepsprocedures - het werden er vier keer zoveel. Met de bezwaren stuurden boeren nieuwe gegevens in, die een nieuwe behandeling van de zaak vereisten.
Om dat bij de uitgifte van fosfaatrechten te ondervangen heeft RVO 25.000 zogenaamde ‘zienswijzen’ verstuurd, met daarin de informatie die de organisatie had van het ontvangende bedrijf. Als die onvolledig was, kon het bedrijf reageren met meer informatie. RVO verwachtte daar 6.000 reacties op te krijgen - het werden er meer dan 13.000. In plaats van de 1.000 verwachte bezwaren kwamen er 8.000 binnen.
46 procent bezwaren gegrond verklaard
De zorgvuldigheid die RVO nastreeft heeft niet kunnen voorkomen dat er toch fouten worden gemaakt. Een graadmeter daarvoor is het percentage bezwaren dat gegrond is verklaard. Van der Burg was onwillig daar iets over te zeggen na een vraag van PvdA-Kamerlid William Moorlag. Pas na herhaaldelijk aandringen, ook van andere Kamerleden, gaf hij aan dat 46 procent van de bijna 4.400 afgehandelde bezwaren op de toewijzing van fosfaatrechten gegrond is verklaard. Hoeveel extra fosfaatrechten daarbij zijn toegekend, kon hij niet zeggen. Zes weken voor het einde van het jaar staan nog 3363 bezwaren open.
'Sneller kan RVO niet'
‘Het is allemaal onze schuld niet’, leek Van der Burg te willen zeggen, ‘wij doen wat we kunnen’. „Er zijn boeren die nog geen besluit hebben gekregen”, vertelde hij, „die nog niet weten waar ze aan toe zijn. Dat is niet goed.” Maar sneller dan wat ze al doen kan RVO niet werken. Op de vraag wanneer boeren uitsluitsel krijgen kon hij geen antwoord geven, anders dan dat meer snelheid de zorgvuldigheid van de beslissingen zou schaden. Hij suggereerde dat melkveehouders die zekerheid zoeken, beslissingen kunnen nemen over hun bedrijf op basis van de laatste beschikking die ze hebben ontvangen.
Wiens schuld was het dan, wilde de Kamer weten. Had de regering de zaak niet goed aangepakt? Kamerleden stelden de vraag op verschillende manieren, maar Van der Burg ging daar niet op in. RVO is een uitvoeringsinstantie en is als zodanig niet in een positie om beleid te evalueren, zei hij, enkel om het zo goed als mogelijk uit te voeren