'Boer kwetsbaarder door meer vreemd geld'
‘Ondernemers doen er goed aan die verhouding scherp in beeld te houden in relatie tot de investeringen die ze willen doen. Hun schuldenpositie in vergelijking met concurrenten in omringende landen heeft daar alles mee te maken’, zegt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland.
Zeven ton per bedrijf
Voor land- en tuinbouwbedrijven wordt externe financiering belangrijker en daarmee ook de houding van banken, constateert het LEI. De bedragen die boeren en tuinders lenen, zijn volgens LEI-cijfers de afgelopen tien jaar verdubbeld en ligt nu rond zeven ton per bedrijf.
LTO Nederland doet een beroep op banken om met nieuwe, creatieve oplossingen te komen voor de toekomstige financiering van agrarische bedrijven. Bedrijven groeien in omvang en worden kapitaalintensiever: de gemiddelde waarde van een bedrijf is toegenomen van 2,1 naar 2,6 miljoen euro.
Financieringsbedragen bij groei en overname
De financieringsbedragen bij groei en overname van bedrijven gaan snel omhoog, terwijl banken zich bij aanvragen van ondernemers kritischer en meer afwachtend opstellen. Maat: ‘We nemen als agrosector internationaal een toppositie in en de toekomstige financiering van bedrijven mag geen drempel worden om de positie vast te houden.’
Nieuw in het LEB is de rapportage over het internationale speelveld voor de Nederlandse land- en tuinbouw. Open markten dwingen tot hogere efficiëntie en betere productkwaliteit. Uit de LEB-gegevens blijkt dat de Nederlandse agrosector niet méér ondersteuning krijgt dan die in andere landen zoals Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Polen en Denemarken.
‘Speelveld-effecten’
De zogenoemde ‘speelveld-effecten’ zijn van uiteenlopend aard, maar niet erg groot. ‘Een gelijk speelveld op de internationale markten is essentieel voor de toekomst van de Nederlandse land- en tuinbouw’, aldus Maat.