Reserveringscapaciteit robotmelkers en traditionele melkers gelijk
![Melkrobot](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/01/44/643/melkrobot-_koeien_via_achterkant_aangesloten-_achterbenen_s_r_2.-detail.jpg)
Countus analyseerde de cijfers uit de managementrapporten van traditionele melkers en robotbedrijven. Daaruit komt naar voren dat er per 100 kilo melk nauwelijks verschil is in reserveringscapaciteit, oftewel de ruimte voor aflossing, vervangingsinvesteringen en de liquiditeitsmarge. Robotmelkers hebben te maken met hogere jaarkosten voor onderhoud en reinigingsmiddelen, maar onder de streep is het resultaat hetzelfde, aldus Countus.
Ook de kosten voor energie en water blijken tegenwoordig nagenoeg gelijk. Voorheen waren robotmelkers hier in het nadeel, maar vanwege de technische verbeteringen aan melkrobots is dat verschil nu verdwenen.
Bruto overschot
Daarnaast is er wel een verschil als je kijkt naar de reserveringscapaciteit gesorteerd op bruto overschot. Dat is de som van alle opbrengsten minus alle toegerekende en niet-toegerekende kosten. Dan is de spreiding bij robotmelkers minder groot dan bij traditionele melkers. Volgens specialist Johnny Lankheet van Countus valt hieruit voorzichtig te concluderen dat de robot veel signaleert, gegevens verzamelt en analyseert, en een stukje menselijk handelen van de veehouder overneemt. Oftewel: de techniek neemt een stukje van het vakmanschap op zich.
![Foto van Gineke Mons](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/77/694/gien_nov_2022.150x150.jpeg)
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Countus