CRV investeert twee miljoen in onderzoek voeropname
Zo kan de organisatie jaarlijks van 1.500 koeien de voederconversie bepalen. De betrouwbaarheid van de fokwaarde 'besparing voerkosten voor onderhoud' van InSire-stieren gaat daarmee van circa 50 naar 65 procent.
Daarnaast beschikt CRV al over de data van zes proefbedrijven (waaronder de Dairy Campus, Schothorst Feed Research en Trouw Nutrition), waarmee de voederconversiegegevens van 5.600 koeien bekend zijn. Zowel van deze dieren als van de koeien op de 10 praktijkbedrijven is het DNA onderzocht, zodat er merkerinformatie beschikbaar komt over de voeropname. Binnen enkele jaren levert dit een dataset op van 10.000 koeien, waarvan genetische informatie beschikbaar is over de voeropname en de voederconversie. CRV is de eerste fokkerijorganisatie ter wereld die dit op die manier onderzoekt.
Fokken op voederconversie
Met deze informatie kan vervolgens gericht worden gefokt op voederconversie. Volgens Sander de Roos van CRV zit er minimaal 10 procent variatie in de voederconversie tussen stieren, en tussen koeien nog veel meer. Koeien produceren nu gemiddeld bijna anderhalve kilo meetmelk uit een kilo drogestof voer. De kosten voor voeraankoop en productie bepalen zeker de helft van de kostprijs van een kilo melk. Als de voederconversie met 10 procent kan worden verbeterd, scheelt dat twee cent per kilo melk. ,,Dat moet via de fokkerij prima haalbaar zijn.”