Aantal duurzame stallen in Nederland achter op schema

Waar in 2010 nog ongeveer 2000 stallen duurzaam waren, waren dat er op peildatum 1 januari 2018 11.646. Een goede 2000 daarvan waren pluimveestallen, de varkenshouderij kent bijna 4.500 duurzame stallen en de melkveehouderij meer dan 5000. De groei komt vooral door de toename van het aantal Beter-Levenstallen en van de stallen die voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Maar de grootste groeiers in 2017 waren stallen die voldoen aan de MDV (+303 stallen) en biologische stallen (+170).
Het aantal dieren in duurzame stallen bedraagt 20,3 procent. Dat betekent dus dat duurzame stallen gemiddeld meer dieren bevatten dan niet-duurzame stallen. In de rundveehouderij is 9 procent van de stallen duurzaam, terwijl 21 procent van de dieren in duurzame stallen wordt gehouden. Voor de varkenshouderij zijn die percentages 28 procent resp. 37 procent, voor de pluimveesector 39 procent resp. 41 procent.
Ondanks deze stijging blijft het aantal duurzame stallen achter bij het schema dat het ministerie van LNV hanteert. Voor eind 2017 had dit ministerie een percentage van 16 procent verwacht, voor eind dit jaar ligt dat percentage op 18. Bij een gelijkblijvend aantal stallen zouden dan een kleine 14.000 stallen duurzaam moeten zijn. Maar volgens rapport telt in totaal zo’n 328 duurzame stallen in aanbouw, waarmee het totaal aan integraal duurzame stallen eind dit jaar op een kleine 12.000 stallen komt, 15,5 procent van het totaal.